Aansluiten van DC-lader
-
Activeer bij ingetrapt rempedaal de parkeerrem.

-
Zet alle schakelaars UIT, zet de selectiehendel in P (parkeren) en zet de auto UIT.
Als u probeert te laden terwijl de selectiehendel niet in stand P (parkeren) staat, zal deze automatisch naar P (parkeren) worden verplaatst.
U dient uit veiligheidsoverwegingen de batterij echter alleen te laden met de selectiehendel in stand P.
-
Open de laadklep door op het pictogram op de laadklep te drukken.
De laadklep zal niet open gaan als het autoportier is vergrendeld.
LET OPIndien u de laadklep niet kunt openen omdat het vriest, moet u hier licht op tikken of ijs in de nabijheid van de laadklep verwijderen. Probeer niet om de laadklep met kracht te openen.
De laadklep is mogelijk kapt als hij met geweld geopend is.
OPMERKINGDe laadklep wordt ontgrendeld als het bestuurdersportier wordt ontgrendeld
De laadklep ontgrendelen:
-
Druk op de ontgrendeltoets van de Smart Key.
-
Druk op de middelste portierontgrendeltoets op de armleuningrand van het portier van de bestuurder
-
Trek de binnengreep van het bestuurdersportier naar buiten
De laadklep wordt vergrendeld als alle portieren worden vergrendeld
De laadklep vergrendelen:
-
Druk op de vergrendeltoets van de Smart Key.
-
Druk op de middelste portiervergrendeltoets op de armleuningrand van het portier van de bestuurder
* Alle portieren worden automatisch vergrendeld zodra de rijsnelheid hoger wordt dan 15 km/u (9,3 mph).
De laadklep wordt ook vergrendeld bij een rijsnelheid van meer dan 15 km/u (9,3 mph).
-
-
Open de laadklep en open vervolgens het klepje van de laadaansluiting.

-
Controleer of er stof of andere verontreinigingen in de laadstekker en de laadaansluiting aanwezig zijn.
-
Houd de laadhandgreep vast en sluit de laadstekker aan op de laadaansluiting voor de DC-lader. Druk de stekker aan totdat u een klikkend geluid hoort. Als de laadstekker en de laadaansluiting niet goed contact maken, kan er brand ontstaan.
* Raadpleeg de handleiding van de desbetreffende DC-lader voor het laden en het loskoppelen van de lader.
* De vorm van de laadstekker kan per fabrikant verschillen.
-
Controleer of het laadindicatielampje voor de hoogspanningsbatterij op het instrumentenpaneel gaat branden.
Er wordt niet begonnen met laden wanneer het laadindicatielampje niet brandt.
Als de laadstekker niet goed aangesloten is, dan moet de laadkabel opnieuw aangesloten worden om te beginnen met laden.

LET OP-
Laad uw auto voor de veiligheid alleen wanneer de selectiehendel in stand P (parkeren) is geplaatst.
-
U kunt met laden beginnen als de toets START/STOP in stand OFF staat en de selectiehendel in stand P (parkeren) staat.
Nadat het laden begonnen is, kunt u elektrische systemen zoals de radio gebruiken door de toets START/STOP in stand ACC of ON te zetten.
-
U kunt de selectiehendel tijdens het laden naar geen enkele andere stand dan P (parkeren) bewegen.
LET OPOm de temperatuur van de hoogspanningsbatterij tijdens het laden te regelen, wordt de airconditioning gebruikt om de batterij af te koelen. Hierdoor kan geluid hoorbaar zijn door de werking van de compressor en koelventilator van de airconditioning. Ook kan de airconditioning in de zomer minder goed presteren ten gevolge van de werking van het koelsysteem voor de hoogspanningsbatterij.
-
-
Nadat het laden gestart is, wordt de geschatte laadtijd gedurende ongeveer 1 minuut weergegeven op het instrumentenpaneel.

A:Resterende tijd

Afhankelijk van de conditie en de ouderdom van de hoogspanningsbatterij, de specificaties van de lader en de omgevingstemperatuur kan de laadtijd van de batterij variëren.