Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Smart Key > Werking Smart Key

Werking Smart Key

Vergrendelen (1)

Druk op deze toets om alle portieren (en de achterklep) te vergrendelen.

Als alle portieren (en de achterklep) gesloten zijn, knipperen de alarmknipperlichten eenmaal om aan te geven dat de portieren (en de achterklep) vergrendeld zijn.

Als er echter een portier of de motorkap of de achterklep nog is geopend, werken de alarmknipperlichten niet. Als alle portieren, de achterklep en de motorkap zijn gesloten nadat op de vergrendeltoets is gedrukt, knipperen de alarmknipperlichten eenmaal.

Ontgrendelen (2)

Druk op deze toets om alle portieren (en de achterklep) te ontgrendelen.

De alarmknipperlichten knipperen tweemaal om aan te geven dat alle portieren (en de achterklep) ontgrendeld zijn.

Na het indrukken van deze toets zullen de portieren (en de achterklep) echter automatisch worden vergrendeld, tenzij u binnen 30 seconden een van de portieren opent.

Achterklep ontgrendelen (3)

Als deze toets langer dan 1 seconde wordt ingedrukt, wordt de achterklep ontgrendeld.

De alarmknipperlichten knipperen tweemaal om aan te geven dat de achterklep ontgrendeld is.

Na het indrukken van deze toets zal de achterklep echter automatisch worden vergrendeld, tenzij u binnen 30 seconden de achterklep opent.

Ook zal de achterklep automatisch vergrendelen als deze wordt geopend en vervolgens gesloten.

Druk op de ontgrendelschakelaar van de achterklep wanneer de achterklep vergrendeld is en u in het bezit bent van de Smart Key. Dan wordt de achterklep geopend.

* Op de toets staat "HOLD" (ingedrukt houden) om aan te geven dat u de toets moet indrukken en gedurende 1 seconde ingedrukt moet houden.