Starten van de auto

-
Draag tijdens het rijden altijd geschikte schoenen. Ongeschikte schoenen zoals hoge hakken, skischoenen, sandalen, slippers, enz. kunnen het bedienen van het rempedaal en het gaspedaal bemoeilijken.
-
Houd het gaspedaal niet ingedrukt wanneer u de auto start.
De auto kan in beweging komen en een ongeluk veroorzaken.

-
De auto zal starten wanneer u op de toets START/STOP drukt, maar alleen wanneer de Smart Key zich in de auto bevindt.
-
Zelfs wanneer de Smart Key zich in de auto bevindt en deze zich op enige afstand van de bestuurder bevindt, start de auto mogelijk niet.
-
Wanneer de toets START/STOP in stand ACC of ON staat, wordt door het systeem gecontroleerd of de Smart Key aanwezig is als een portier open is. Als de Smart Key zich niet in de auto bevindt, de "
"controlelampje gaat knipperen en de waarschuwing "sleutel niet in auto" zal verschijnen. Als alle portieren gesloten zijn,
klinkt de waarschuwingszoemer eveneens ongeveer 5 seconden. Houd de Smart Key in de auto wanneer deze in stand ACC staat of
de auto is ingeschakeld.
-
Zorg ervoor dat u de Smart Key altijd bij u hebt.
-
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
-
Controleer of de selectieknop in stand P (parkeren) staat.
-
Trap het rempedaal in.
-
Druk op de toets START/STOP. Als het voertuig wordt ingeschakeld, de "
" controlelampje gaat branden.

-
Start de auto altijd met uw voet op het rempedaal.
-
Als de temperatuur van de buitenlucht laag is, de "
" controlelampje blijft mogelijk langer dan normaal branden.

Om schade aan de auto te voorkomen:
-
Als het "
" Probeer de selectieknop niet in stand P (parkeren) te zetten wanneer het controlelampje tijdens het rijden uitgaat.
Als de verkeers- en wegomstandigheden het toelaten, kunt u de selectieknop in stand N (neutraal) zetten terwijl de auto nog rijdt en vervolgens de toets START/STOP indrukken om te proberen de auto opnieuw te starten.
-
Probeer de auto niet te starten door hem te slepen of te duwen.


-
Als de batterij bijna leeg is of de Smart Key niet goed werkt, kunt u de auto starten door de toets START/STOP met de Smart Key in te drukken.
De zijde met de vergrendeltoets moet rechtstreeks worden aangeraakt. Als u de toets START/STOP van de auto rechtstreeks met de Smart Key indrukt, moeten de Smart Key en de toets START/STOP onder de juiste hoek ten opzichte van elkaar staan.
-
Wanneer de remlichtzekering is doorgebrand, kunt u de auto niet normaal starten.
Vervang de zekering door een nieuwe. Als dit niet mogelijk is, kunt u de motor starten door de toets START/STOP van de auto in stand ACC 10 seconden ingedrukt te houden. De auto kan worden gestart zonder dat het rempedaal wordt ingetrapt. Trap voor uw eigen veiligheid echter altijd het rempedaal in voordat u de auto start.

Druk de toets START/STOP van de auto nooit langer dan 10 seconden in, behalve wanneer de remlichtzekering is doorgebrand.