Zoek enkel op titel
Home > Veiligheidssystemen van uw auto > Airbag - Aanvullend veiligheidssysteem > Waarom werd de airbag bij een aanrijding niet geactiveerd? (Voorwaarden voor wel of niet activeren van de airbags)

Waarom werd de airbag bij een aanrijding niet geactiveerd? (Voorwaarden voor wel of niet activeren van de airbags)

Er zijn veel soorten ongevallen waarbij de airbag geen aanvullende bescherming biedt.

Dit zijn bijvoorbeeld botsingen van achteren, tweede of derde botsingen bij ongevallen met meerdere botsingen en botsingen met lage snelheid.

Airbagsensoren

1

2

3

4

  1. Airbagmodule

  2. Airbagsensor vóór

  3. Zijairbagsensor

  4. Zijdelingse-druksensor (indien van toepassing)

WAARSCHUWING
  • Let op dat u niet tegen plaatsen aanstoot waar de airbags of airbagsensoren zijn ingebouwd.

    Anders kan de airbag onverwacht worden geactiveerd, waardoor ernstig of dodelijk persoonlijk letsel op kan treden.

  • Als de inbouwpositie van de airbagsensoren wordt gewijzigd, kan dit ertoe leiden dat de airbags worden geactiveerd in situaties waarin dit niet nodig is, of dat de airbags niet worden geactiveerd in situaties waar het wel nodig is. Dit kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

    Voer daarom geen reparaties uit aan of in de buurt van de airbagsensoren. Laat het systeem onderhouden door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

  • Er kunnen problemen ontstaan als de hoek waaronder de sensoren zijn ingebouwd wordt gewijzigd als gevolg van vervorming van de voorbumper, de carrosserie of de B-stijl, waar de airbagsensoren zijn ingebouwd. Laat het systeem in dat geval onderhouden door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

  • Uw auto is ontworpen om de botsenergie zo veel mogelijk te absorberen en in bepaalde gevallen de airbag(s) te activeren. Gebruik uitsluitend originele onderdelen of die van een equivalente norm om een bumperrail te installeren of een bumper te vervangen. Indien dat niet gebeurt, kan dit een negatief effect hebben op de prestaties van uw voertuig bij aanrijdingen en de werking van de airbag.

Voorwaarden voor activeren airbags

Airbags voor

De airbags voor worden geactiveerd bij frontale aanrijdingen, waarbij rekening wordt gehouden met de botskracht, de rijsnelheid of hoek waaronder de aanrijding plaatsvindt.

Zijairbags en gordijnairbags

* Het werkelijke aantal airbags in de auto kan afwijken van de afbeelding.

De zijairbags en/of gordijnairbags worden geactiveerd bij een aanrijding van opzij, waarbij rekening wordt gehouden met de kracht van de botsing, de botshoek en de zijdelingse snelheid.

Ofschoon de airbags vóór (voor bestuurder en voorpassagier) zijn ontworpen voor frontale aanrijdingen, kunnen ze ook bij andere aanrijdingen, waarbij een bepaalde vertraging in de lengterichting optreedt, worden geactiveerd. Ofschoon de airbags opzij (zijairbags en gordijnairbags) ontworpen zijn voor zijdelingse aanrijdingen, kunnen ze ook bij andere aanrijdingen, waarbij een bepaalde vertraging in de dwarsrichting optreedt, worden geactiveerd.

De airbags kunnen ook worden geactiveerd als de auto zware stoten ondervindt bij het rijden op zeer slechte wegen. Rijd daarom voorzichtig op slechte wegen of op terrein dat niet bedoeld is voor autorijden om het onbedoeld activeren van airbags te voorkomen.

Omstandigheden waarin de airbags niet geactiveerd worden

  • Bij bepaalde aanrijdingen met lage snelheden worden de airbags niet geactiveerd. De reden daarvan is dat de airbags in die omstandigheden niet meer bescherming kunnen bieden dan de veiligheidsgordels al doen.

  • De airbags zijn niet ontworpen om te worden geactiveerd bij aanrijdingen van achteren, omdat de inzittenden dan door de botskracht naar achteren worden gedrukt. In dergelijke gevallen biedt het activeren van de airbags geen extra voordelen.

  • De airbags voor worden bij zijdelingse aanrijdingen soms niet geactiveerd. De inzittenden bewegen altijd in de richting van de aanrijding, waardoor het activeren van de airbags voor overbodig kan zijn.

  • Als de auto is uitgerust met zijairbags en curtain airbags kunnen die airbags wel worden geactiveerd, afhankelijk van de botskracht, rijsnelheid en botshoek.

  • Bij een aanrijding onder een hoek kan de kracht van de aanrijding de inzittenden in een richting verplaatsen, waarin de airbags geen extra bescherming zouden bieden, een reden waarom de sensoren mogelijk geen airbags activeren.

  • Net voor een aanrijding remmen bestuurders vaak sterk af. Door zo sterk af te remmen, zakt de voorzijde van de auto in, waardoor deze gemakkelijker onder een voertuig met een grotere grondspeling zou kunnen schieten. In dergelijke situaties kunnen de airbags mogelijk niet worden opgeblazen omdat de vertragingskrachten die worden gedetecteerd door de sensoren aanzienlijk gereduceerd kunnen zijn.

  • Als de auto over de kop gaat, worden de airbags mogelijk niet geactiveerd, omdat de auto het over de kop slaan niet vaststelt.

    Zij- en/of gordijnairbags kunnen echter opgeblazen worden, wanneer het voertuig omkantelt na een zij-aanrijding.

  • De airbags worden soms niet geactiveerd bij een aanrijding tegen een boom of paal, waarbij de botskracht zich concentreert op een klein gedeelte van de auto, buiten het bereik van de sensoren.