Rear Occupant Alert-systeem (ROA)

A: Controleer achterbank
De waarschuwing voor inzittenden achterin (ROA) is voorzien om te helpen voorkomen dat men de auto verlaat terwijl een achterpassagier in de auto wordt achtergelaten.
Wanneer u het voorportier opent na het openen en sluiten van het achterportier en het uitschakelen van de auto verschijnt de waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel.
U kunt het ROA-systeem activeren of deactiveren vanuit de modus User Settings (gebruikersinstellingen) op het lcd-display in het instrumentenpaneel.
De optie is te vinden in het volgende menu:
-
Druk meermaals op de knop MODE (
) op het stuur tot het menu User Settings (gebruikersinstellingen) op het lcd-scherm verschijnt.
-
Kies 'Convenience (gebruiksgemak) → Rear Occupant Alert' met de schakelaar MOVE (
/
) en de knop OK op het stuur.

Het ROA-systeem (achterbank-passagier-alarm) detecteert niet daadwerkelijk voorwerpen of personen op de achterbank. Op basis van de geschiedenis van het openen en sluiten van het achterportier informeert het systeem de bestuurder dat er zich mogelijk iets op de achterbank bevindt.

Het ROA-systeem (achterbank-passagier-alarm) gebruikt de geschiedenis van het openen en sluiten van het achterportier.
De geschiedenis wordt gereset als de bestuurder het contact op normale wijze uitschakelt, de auto uitstapt en het portier op afstand vergrendelt met de afstandsbediening. Zelfs als een achterportier niet opnieuw wordt geopend, kan het ROA-systeem daarom een waarschuwing afgeven.
Als de bestuurder bijvoorbeeld na het afgeven van een waarschuwing door het ROA-systeem het portier niet vergrendelt en weer gaat rijden, kan een waarschuwing worden afgegeven.

Het portiervergrendelingssysteem werkt mogelijk niet als er sprake is van een storing in het elektrische systeem. Leer kinderen daarom hoe ze het autoportier handmatig kunnen openen voordat zich een noodgeval voordoet. Op die manier kunnen ze het portier handmatig openen in noodgevallen.