Zoek enkel op titel
Home > Handleiding elektrische auto (EV) > Voorzorgsmaatregelen voor laden elektrische auto > Voorzorgsmaatregelen voor laden

Voorzorgsmaatregelen voor laden

AC-lader
Portable laadkabel (ICCB)* (indien van toepassing)
DC-lader

* Het daadwerkelijke uiterlijk van de lader en de laadmethode kunnen verschillen afhankelijk van de laderfabrikant.

* Afhankelijk van uw regio kan deze kabel niet aanwezig zijn in uw voertuig.

WAARSCHUWING
  • De elektromagnetische golven die de lader produceert kunnen ernstige problemen veroorzaken in medische apparaten, zoals een geïmplanteerde pacemaker.

    Vraag, als u medische apparaten, zoals een geïmplanteerde pacemaker, gebruikt, aan uw arts en de fabrikant van de lader of het laden van uw elektrische auto effect heeft op de werking van de apparatuur.

  • Controleer voor het aansluiten van de lader of er geen water of stof aanwezig is in de laadkabelstekker en de laadkabelstekker. Het aansluiten van de lader terwijl er water of stof in de laadkabelconnector en de laadkabelstekker aanwezig is, kan brand of een elektrische schok veroorzaken.

WAARSCHUWING
  • Raak bij het aansluiten van de kabel op de lader en de laadaansluiting op de auto de laadstekker, de laadplug en de laadaansluiting niet aan.

  • Volg onderstaande aanwijzingen op om elektrische schokken bij het laden te voorkomen:

    • Gebruik een waterdichte lader.

    • Raak de laadstekker en laadplug niet aan als uw hand nat is. Zorg ervoor dat u bij het aansluiten van de laadkabel niet in een plas water of in de sneeuw staat.

    • Laad de auto niet op als het bliksemt.

    • Laad de auto niet op als de laadstekker en de laadplug nat zijn.

Stekker (voertuig)/stekker (lader)
WAARSCHUWING
  • Onderbreek de laadprocedure direct als u abnormale symptomen signaleert (stank, rook).

  • Vervang de laadkabel als de isolatie beschadigd is, om te voorkomen dat u blootgesteld wordt aan een elektrische schok.

  • Pak bij het aansluiten of verwijderen van de laadkabel de laadstekker en de laadplug vast bij de hendel.

    Gebruik alleen de laadkabel (indien van toepassing) die door Kia is gecertificeerd. Als u een afzonderlijke verlengkabel zoals een haspel of een niet-gecertificeerde kabel gebruikt, kan dit voor afwijkingen in de elektrische aansluiting zorgen, wat kan resulteren in brand of een ontploffing.

    Als u aan de kabel zelf trekt (in plaats van aan de handgreep) kan de bedrading in de kabel losgetrokken of beschadigd worden. Dat kan een elektrische schok of brand veroorzaken.

LET OP
  • Houd de laadstekker en de laadplug altijd schoon en droog. Berg de laadkabel op in een droge en dampvrije omgeving.

  • Gebruik voor het laden van de elektrische auto uitsluitend een speciaal daarvoor ontwikkelde lader. Gebruik van een ander type lader kan defecten veroorzaken.

  • Zet vóór het laden van de batterij het voertuig OFF.

  • Als de auto tijdens het laden wordt uitgezet, kan de koelventilator in het elektromotorcompartiment automatisch ingeschakeld worden. Raak de koelventilator niet aan tijdens het laden.

  • Laat de laadstekker niet vallen. Hierdoor kan hij beschadigd raken.