Werking van Aanrijdingspreventiesysteem voorzijde
Basisfunctie
De basisfunctie Aanrijdingspreventiesysteem voorzijde waarschuwt en grijpt in als volgt.
-
Aanrijdingswaarschuwing
-
Noodremmen
-
De auto tot stilstand brengen en het aansturen van de remmen beëindigen
Aanrijdingswaarschuwing

A: Aanrijdingswaarschuwing!
Aanrijdingswaarschuwing verwittigt de bestuurder met een waarschuwend bericht en een hoorbare waarschuwing.
Aanrijdingswaarschuwing wordt geactiveerd afhankelijk van het waargenomen object en de rijsnelheid van uw auto.
-
Auto: ongeveer 10~180 km/u (6~112 mph)
-
Voetganger of fietser: ongeveer 10~80 km/u (6~50 mph)
Noodremmen

A: Noodremmen
De waarschuwingsmelding en een hoorbare waarschuwing waarschuwen de bestuurder ervoor dat het noodremmen geassisteerd wordt. De remassistent wordt geactiveerd en helpt een aanrijding met een voertuig, voetganger of fietser te voorkomen.
Noodremmen wordt geactiveerd afhankelijk van het waargenomen object en de rijsnelheid van uw auto.
-
Auto: ongeveer 10~60 km/u (6~37 mph)
-
Voetganger of fietser: ongeveer 10~60 km/u (6~37 mph)

Het werkingsbereik van de functie afnemen vanwege verkeersomstandigheden vóór of rond de auto.
De auto tot stilstand brengen en het aansturen van de remmen beëindigen

A: Rij voorzichtig
Wanneer de auto tot stilstand is gebracht vanwege een noodstop, verschijnt de waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel.
Voor zijn/haar veiligheid dient de bestuurder het rempedaal onmiddellijk in te trappen en de omgeving te controleren.
-
Het aansturen van de remmen wordt beëindigd nadat de auto door een noodstop gedurende ongeveer 2 seconden heeft stilgestaan.

-
Wijzig voor uw veiligheid de instellingen pas nadat u de auto op een veilige plaats heeft geparkeerd.
-
Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om de auto onder controle te houden. Vertrouw niet uitsluitend op het Forward Collision-Avoidance Assist-systeem. Houd liever een veilige remafstand en trap indien nodig het rempedaal in om snelheid te minderen of het voertuig tot stilstand te brengen.
-
Nooit bewust Forward Collision-Avoidance Assist gebruiken op personen, voorwerpen enz. Het kan ernstig letsel of overlijden veroorzaken.
-
Mogelijk werkt de functie Aanrijdingspreventiesysteem voorzijde niet als de bestuurder het rempedaal intrapt om een aanrijding te voorkomen.
-
Mogelijk waarschuwt de functie Aanrijdingspreventiesysteem voorzijde de bestuurder te laat of helemaal niet, afhankelijk van de weg- en rijomstandigheden.
-
Terwijl de functie Aanrijdingspreventiesysteem voorzijde ingrijpt, kan de auto plotseling tot stilstand komen, waarbij passagiers letsel kunnen oplopen en losse voorwerpen in de auto kunnen verschuiven. Zorg dat alle inzittenden steeds hun veiligheidsgordel om hebben en dat losse voorwerpen altijd goed worden vastgezet.
-
Mogelijk verschijnt of klinkt de waarschuwingsmelding of het waarschuwingssignaal van het Forward Collision-Avoidance Assist-systeem niet als een waarschuwingsmelding of waarschuwingssignaal van een ander systeem wordt weergegeven of klinkt.
-
Mogelijk hoort u het waarschuwingssignaal van de functie Aanrijdingspreventiesysteem voorzijde niet als er veel lawaai in de omgeving is.
-
Afhankelijk van de wegomstandigheden en de omgeving is het mogelijk dat de functie Aanrijdingspreventiesysteem voorzijde wordt uitgeschakeld, dat het niet naar behoren werkt of dat het werkt wanneer dat niet nodig is.
-
Ook als er een probleem is met de functie Aanrijdingspreventiesysteem voorzijde, werkt de gewone rem van het voertuig correct.
-
Tijdens een noodstop wordt het aansturen van de remmen door de functie Aanrijdingspreventiesysteem voorzijde automatisch geannuleerd wanneer de bestuurder het gaspedaal hard intrapt of abrupt het stuur omgooit.

-
Afhankelijk van de omgeving en de toestand van het voertuig, de voetganger of de fietser vóór de auto, kan het snelheidsbereik waarbinnen Forward Collision-Avoidance Assist werkt, mogelijk beperkt. Mogelijk waarschuwt de functie Aanrijdingspreventiesysteem voorzijde de bestuurder alleen of werkt de functie helemaal niet.
-
De functie Aanrijdingspreventiesysteem voorzijde werkt onder bepaalde omstandigheden, door het risiconiveau op basis van de staat, de rijrichting en de snelheid van de voorligger en op basis van de omgeving te beoordelen.
-
Rijden met een te hoge of te lage snelheid dan andere voertuigen kan Forward Collision-Avoidance Assist tijdelijk beperken of uitschakelen.

-
Wanneer een aanrijding dreigt, kan de Forward Collision-Avoidance Assist de bestuurder helpen met remmen als de bestuurder niet voldoende remt.
-
De afbeeldingen en kleuren op het instrumentenpaneel kunnen afwijken afhankelijk van het type instrumentenpaneel of het thema gekozen in het instellingenmenu.