Zoek enkel op titel
Home > Bestuurdershulpsysteem > Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (BCA - Dodehoekassistent) > Instellingen Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent)

Instellingen Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent)

Dodehoekbeveiliging

A: Driver assistance (bestuurdersassistentie)

  1. Rijveiligheid

  2. Dodehoekbeveiliging

Met het voertuig ingeschakeld, selecteer instellingenbestuurdershulprijveiligheid op het instrumentenpaneel of instellingenVoertuigbestuurdershulprijveiligheid op het infotainmentsysteem.

  • Blind-Spot Safety (dodehoekbeveiliging): Blind-Spot Collision-Avoidance Assist waarschuwt u met een waarschuwingsbericht en een hoorbare waarschuwing, afhankelijk van het risiconiveau van de botsing tijdens het rijden, en zorgt voor een noodremming, afhankelijk van het risiconiveau van de botsing voor een parallelle parkeeruitgang.

A: Blind spot safety-systeem is uitgeschakeld

Bij het activeren van Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) of het herstarten van het voertuig met deze functie geactiveerd, zal het waarschuwingslampje op de zijspiegels ongeveer 3 seconden branden.

Wanneer het voertuig opnieuw wordt gestart terwijl Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) uitgeschakeld is, verschijnt de waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel.

WAARSCHUWING

Als Blind-Spot Safety (dodehoekbeveiliging) wordt geselecteerd, moet de bestuurder zich altijd bewust zijn van de omgeving en veilig rijden.

OPMERKING

Wanneer de auto opnieuw wordt gestart, behoudt Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) de laatste instelling.

Waarschuwingsmethoden

A: Driver assistance (bestuurdersassistentie)

  1. Waarschuwingsmethoden

  2. Waarschuwingsvolume

  3. Prioriteit rijveiligheid

Met het voertuig ingeschakeld, selecteer InstellingenBestuurdershulpWaarschuwingsvolume op instrumentenpaneel of InstellingenVoertuigBestuurdershulpWaarschuwingsmethodes op het infotainmentsysteem om het waarschuwingsvolume te wijzigen.

  • Waarschuwingsvolume: U kunt het waarschuwingsvolume aanpassen van niveau 1 naar 3.

  • Prioriteit rijveiligheid: Voor een veilig rijgedrag zal het geluidsvolume tijdelijk afnemen om de bestuurder te waarschuwen met de hoorbare waarschuwing.

LET OP
  • Zorg ervoor dat de door u ingestelde waarschuwingsmethoden van toepassing kunnen zijn op de waarschuwingsmethoden van andere systemen met bestuurdersassistentie.

  • Ook wanneer de auto opnieuw wordt gestart, blijft de laatste instelling voor waarschuwingsmethoden behouden.

  • Het instellingenmenu is mogelijk niet beschikbaar voor uw voertuig, afhankelijk van de kenmerken en specificaties van het voertuig.