Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Portiersloten > Portiersloten van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen

Portiersloten van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen

De afdekking verwijderen:

  1. Trek de portiergreep uit.

  2. Druk de hendel (1) in het onderste gedeelte van de afdekking in met een sleutel of een platte schroevendraaier.

  3. Duw de afdekking (2) naar buiten terwijl u de hendel indrukt.

  • Draai de sleutel richting de achterzijde van de auto om te vergrendelen en richting de voorzijde van de auto om te ontgrendelen.

  • Als het bestuurdersportier met de sleutel wordt ontgrendeld (A)/vergrendeld (B), zullen alle overige portieren en de achterklep gelijktijdig vergrendeld/ontgrendeld worden.

  • Met de Smart Key kunnen portieren ook vergrendeld en ontgrendeld worden.

  • Trek de portiergreep na het ontgrendelen omhoog om het portier te openen.

  • Druk het portier met de hand dicht om het te sluiten. Zorg ervoor dat de portieren goed gesloten worden

    OPMERKING
    • In een koud en nat klimaat werken de portiervergrendeling en portiermechanismen mogelijk niet goed door bevriezingsverschijnselen.

    • Als het portier meerdere keren snel achter elkaar wordt vergrendeld/ontgrendeld met de autosleutel of de portierslotschakelaar, kan het systeem tijdelijk stoppen met werken om het circuit te beschermen en schade aan systeemcomponenten te voorkomen.

    WAARSCHUWING
    • Als u het portier niet goed sluit, gaat het portier mogelijk weer open.

    • Pas op dat iemands lichaam en handen niet bekneld raken bij het sluiten van het portier.

    WAARSCHUWING

    Als mensen langer in de auto moeten blijven bij zeer hoge of lage buitentemperaturen, bestaat er kans op letsel of levensgevaar. Vergrendel de auto niet van buitenaf als er mensen in zitten.

    LET OP

    Herhaal het openen en sluiten van portieren niet vaak en oefen geen overmatige kracht uit op een portier wanneer de portierdranger actief is.

  • Druk om een portier zonder sleutel te vergrendelen de vergrendelknop (1) aan de binnenzijde in of zet de schakelaar portiervergrendeling (2) in stand "VERGRENDELD" en sluit het portier (3).

  • Als het voorportier met de schakelaar centrale vergrendeling (2) wordt vergrendeld, worden alle overige portieren gelijktijdig vergrendeld.

    OPMERKING

    Zet altijd de toets START/STOP in stand OFF, activeer de parkeerrem, sluit alle ruiten en vergrendel alle portieren als u uw auto onbeheerd achterlaat.