Zoek enkel op titel
Home > Veiligheidskenmerken van uw auto > Airbag - aanvullend veiligheidssysteem > Onderdelen en functies aanvullend veiligheidssysteem

Onderdelen en functies aanvullend veiligheidssysteem

De onderdelen van het aanvullend veiligheidssysteem zijn:

  1. Bestuurdersairbagmodule

  2. Airbag voorpassagier

  3. Zijairbags

  4. Curtain airbagmodules

  5. Blokkeerautomaten met gordelspanners

  6. Waarschuwingslampje airbag

  7. Airbagmodule (SRSCM) / koprolsensor*

  8. Airbagsensoren voor

  9. Zijairbagsensoren

  10. Controlelampje airbag voorpassagier ON/OFF (alleen airbag voorpassagier)*

  11. ON/OFF-schakelaar airbag voorpassagier*

  12. Voorste bevestiging gordelspanner bestuurderszijde*

  13. Zijdelingse-druksensoren

* : indien van toepassing

De SRSCM controleert constant alle componenten van het systeem als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand ON staat, om te bepalen of een aanrijding zwaar genoeg is om de airbags of de gordelspanners te activeren.

Het waarschuwingslampje van de SRS airbag op het dashboard brandt gedurende 6 seconden, nadat de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stopen) in de stand ON wordt gezet, daarna moet het waarschuwingslampje van de SRS airbag uit gaan.

WAARSCHUWING

Als een van de volgende situaties zich voordoet, duidt dat op een storing in het airbagsysteem. Laat het systeem in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

  • Het lampje niet kort gaat branden als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand ON wordt gezet.

  • Het lampje na ongeveer 6 seconden niet uitgaat, maar blijft branden.

  • Het lampje gaat branden tijdens het rijden.

  • Het lampje knippert wanneer de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand ON staat.

De voorairbagmodules bevinden zich in het midden van het stuurwiel, in het voorpassagierspaneel boven het dashboardkastje en/of in het paneel ter hoogte van de knie aan de bestuurderszijde. Als de SRSCM oordeelt dat de kracht waaraan de voorzijde van de auto wordt blootgesteld een bepaalde drempelwaarde overschrijdt, worden de airbags vóór automatisch geactiveerd.

Bestuurdersairbag (1)

Als de airbags worden geactiveerd, scheuren de afdekkappen op vooraf bepaalde plaatsen open als gevolg van de zich vullende airbags. Als deze openingen groter worden, kunnen de airbags geheel worden gevuld.

Airbag bestuurder (2)

Een geheel gevulde airbag vertraagt in combinatie met een juist gedragen veiligheidsgordel de voorwaartse beweging van de bestuurder of de voorpassagier en beperkt zo de kans op hoofdletsel en letsel aan het bovenlichaam.

Airbag bestuurder (3)

Nadat de airbag geheel gevuld is, begint hij direct weer leeg te lopen, zodat de bestuurder weer zicht op de weg krijgt en hij de auto weer kan besturen of anderszins kan bedienen.

Voorpassagiersairbag
WAARSCHUWING
  • Monteer of plaats geen accessoires (bekerhouder, cassettehouder, stickers enz.) op het paneel boven het dashboardkastje in auto’s met een voorpassagiersairbag. Dergelijke voorwerpen kunnen gevaarlijke projectielen worden en letsel veroorzaken wanneer de passagiersvoorairbag wordt geactiveerd.

  • Plaats een eventuele luchtverfrisser ook niet in de buurt van het instrumentenpaneel of op het dashboard.

    Dit kan een gevaarlijk projectiel worden en letsel veroorzaken wanneer de voorpassagiersairbag wordt geactiveerd.

WAARSCHUWING
  • Als de airbag wordt geactiveerd, is er een luide knal hoorbaar en komt er fijn stof vrij in de auto. Dit is normaal en niet gevaarlijk; het fijne poeder wordt gebruikt bij het vouwen van de airbags. Het stof dat vrijkomt bij het activeren van de airbag kan huid- of oogirritatie veroorzaken en astmatische klachten bij daarvoor gevoelige personen verergeren. Was de huid die in aanraking is gekomen met het stof dat vrijkomt bij het activeren van de airbag altijd af met koud water en een milde zeepoplossing.

  • Het aanvullend veiligheidssysteem werkt alleen als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ON staat. Het aanvullend veiligheidssysteem werkt niet goed als het airbagwaarschuwingslampje niet gaat branden, of als het blijft branden als er na het in stand ON zetten van de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) 6 seconden zijn verstreken of de motor is gestart, of als het gaat branden tijdens het rijden. Laat het systeem in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

  • Zet voor het vervangen van een zekering of het loskoppelen van een accukabel de toets Engine Start/Stop (motor starten/stoppen) op OFF. Vervang of verwijder nooit een zekering die aan het airbagsysteem gerelateerd is als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand ON staat. Het niet opvolgen van deze waarschuwing zal ertoe leiden dat het waarschuwingslampje airbag zal gaan branden.