Als de motor niet of langzaam ronddraait
-
Zorg ervoor dat de selectiehendel in stand N (neutraal) of stand P (parkeren) staat en dat de parkeerrem is geactiveerd.
-
Controleer of de accuklemmen schoon zijn en goed vastzitten.
-
Schakel de interieurverlichting in. Als de interieurverlichting zwakker gaat branden of uitgaat als u de startmotor bedient, is de accu te ver ontladen.
-
Controleer of de aansluitingen van de startmotor goed vastzitten.
-
Probeer de auto niet te starten door hem te slepen of te duwen. Zie de aanwijzingen bij “Starten met hulpaccu”.

Als de auto niet start, probeer hem dan niet te starten door hem te slepen of te duwen. Hierdoor kan een aanrijding of andere schade ontstaan. Verder kan de katalysator door overbelasting beschadigd raken en brand veroorzaken als de auto wordt aangesleept of aangeduwd.