Werking Smart Key-systeem

Met een Smart Key kunt u de portieren (en de achterklep) vergrendelen en ontgrendelen en zelfs de motor starten zonder de sleutel ergens in te hoeven steken.
Wanneer u de Smart Key bij u heeft, kunt u de portieren (en de achterklep) vergrendelen en ontgrendelen. Ook kunt u de motor starten. Meer informatie hierover vindt u in de volgende paragraaf.
Vergrendelen

Wanneer u op de toets van de handgreep van een van de voorportieren drukt, terwijl alle portieren (en de achterklep) zijn gesloten en een van de portieren is ontgrendeld, worden alle portieren (en de achterklep) vergrendeld. De alarmknipperlichten knipperen een keer om aan te geven dat alle portieren (en de achterklep) zijn vergrendeld. De toets zal alleen werken als de Smart Key zich binnen 0,7 - 1 m van de portiergreep aan de buitenzijde bevindt. Als u wilt controleren of een portier is vergrendeld, kunt u het beste de vergrendelknop in de auto controleren of aan een van de portiergrepen aan de buitenzijde trekken.
In de volgende gevallen zullen de portieren niet vergrendelen en klinkt er een geluidssignaal, ook al drukt u op de toets:
-
De Smart Key bevindt zich in de auto.
-
De toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) staat in stand ACC of ON.
-
Er staat een portier (niet de achterklep) open.
Ontgrendelen
Wanneer u op de toets van de handgreep van een van de voorportieren drukt, terwijl alle portieren (en de achterklep) zijn gesloten en vergrendeld, worden alle portieren (en de achterklep) ontgrendeld. De alarmknipperlichten knipperen tweemaal om aan te geven dat alle portieren (en de achterklep) ontgrendeld zijn. De toets zal alleen werken als de Smart Key zich binnen 0,7 - 1 m van de portiergreep aan de buitenzijde bevindt.
Als de Smart Key zich binnen 0,7 ~ 1 m (28 ~ 40 inch) van de portiergreep aan de buitenzijde van een van de voorportieren bevindt, kunnen ook andere mensen, die geen smart key hebben, de portieren openen.
Achterklep ontgrendelen
Als u zich binnen 0,7 ~ 1m (28 ~ 40 inch) van de hendel van de achterklep bevindt, terwijl u de Smart Key bij u hebt, zal de achterklep ontgrendelen en kunt u deze openen door op de schakelaar te drukken.
De alarmknipperlichten knipperen tweemaal om aan te geven dat de achterklep ontgrendeld is.
Ook zal de achterklep automatisch vergrendelen als deze wordt geopend en vervolgens gesloten.
De motor starten
U kunt de motor starten zonder de sleutel in het contactslot te steken. Voor meer informatie, zie Meer details.
Beperkingen voor het gebruik van sleutels

Voer de volgende procedure uit om te voorkomen dat het dashboardkastje kan worden geopend wanneer u de sleutel afgeeft aan een parkeerbediende.
-
Houd de ontgrendelknop (1) ingedrukt en verwijder de mechanische sleutel (2).
-
Sluit het dashboardkastje en vergrendel het vervolgens met de mechanische sleutel.
-
Geef de Smart Key aan de parkeerbediende. Het dashboardkastje kan niet worden geopend zonder de mechanische sleutel.