Zoek enkel op titel
Home > Met uw auto rijden > Automatische transmissie > Launch Control

Launch Control

Bediening Launch Control

  • Bij gebruik van de Launch Control met een motor die onvoldoende is opgewarmd, moet een bestuurder er altijd voor zorgen dat de koelvloeistof van de motor opgewarmd is en de aanbevolen temperatuur bereikt.

  • Houd voor het bedienen van de ESC Off-modus 2 de toets ESC meer dan 3 seconden ingedrukt in de Sport-stand. (Statusweergave op instrumentenpaneel)

  • Zet voor snel optrekken het voertuig stil en houd het stuurwiel recht.

  • De voetremmen, EPB en Auto Hold moet u loslaten om soepel op te trekken.

  • Trap met uw linkervoet stevig op de rem met de versnelling in D en trap tegelijk met uw rechtervoet het gaspedaal helemaal in. Dan is de Launch Control Ready (1) (klaar voor gebruik).

    Launch Control gereed (1)
  • Om een voertuig te starten, trapt u met uw rechtervoet het gaspedaal helemaal in en haalt u uw linkervoet van de rem. (binnen 4 seconden) (Weergave van de status Launch Control actief (2) op het instrumentenpaneel)

    Launch Control actief (2)
  • Als zowel het rempedaal als het gaspedaal werd ingetrapt en een bestuurder zijn voet daarna alleen van het gaspedaal haalt, wordt de Launch Control automatisch uitgeschakeld. Ook als een voertuig niet start binnen 4 seconden nadat de bestuurder zowel het rempedaal als het gaspedaal heeft ingetrapt, wordt de Launch Control automatisch uitgeschakeld.

  • Trap niet langer dan 4 seconden tegelijkertijd het rempedaal en het gaspedaal in als u daarna het voertuig verlaat.

  • Wanneer de Launch Control opnieuw wordt gebruikt, moet de bestuurder het voertuig voldoende laten afkoelen door te gaan rijden.

Beperkt gebruikt van Launch Control (3)
  • Er verschijnt een waarschuwingsmelding op het scherm als de temperatuur van de transmissievloeistof bij gebruik van de Launch Control boven een bepaald niveau komt. Daarnaast wordt de Launch Control automatisch uitgeschakeld.

  • Om bovenstaand probleem te verhelpen, moet de bestuurder de transmissievloeistof laten afkoelen door met het voertuig te rijden. (Het wordt sterk aanbevolen om te rijden met een constante snelheid van minimaal van 60 km/u)

LET OP
  • Voor uw veiligheid moet u de Launch Control alleen gebruiken op veilige plekken. Het wordt afgeraden om de Launch Control te gebruiken op de openbare weg.

  • De prestaties van het snel optrekken zijn afhankelijk van de brandstof, de omgeving, banden en hoeveelheid belading.

  • Het wordt sterk aanbevolen om de auto eerst goed in te rijden voordat u de Launch Control gebruikt. Bij voortdurend gebruik van de Launch Control ontstaat grote druk op de transmissie, motor en aandrijfassen.