Zorg er bij het vervangen van de banden en wielen voor dat alle vier banden en wielen dezelfde wielmaat, dezelfde bandenmaat, dezelfde profieldikte en hetzelfde draagvermogen hebben. Gebruik ook altijd wielen en banden van hetzelfde merk.

In een noodgeval zoals een lekke band, repareert u deze met de TMK (Tire Mobility Kit) voor tijdelijk gebruik. Laat daarna de band controleren door een officiële Kia-dealer/servicepartner.

AWD-auto’s moeten gesleept of vervoerd worden met alle vier wielen van de grond. Dit kan met behulp van een bril en dollies of met behulp van een auto-ambulance. Voor meer informatie, zie Meer details.

• Als het voertuig op een autolift staat, beweeg dan de voor- en achterwielen niet los van elkaar. Alle vier de wielen moeten tegelijk bewegen.

• Trek nooit de parkeerrem aan terwijl de motor draait op een autolift. Hierdoor kan schade ontstaan aan het AWD-systeem.

Voertuigen met vierwielaandrijving moeten worden getest op een speciaal vierwielaangedreven rollenbank.

Test een auto met vierwielaandrijving niet op een testbank voor tweewielaangedreven auto's. Als toch een tweewielaangedreven rollenbank moet worden gebruikt, ga dan als volgt te werk:

1. Controleer of de bandenspanning aan de specificaties voldoet.

2. Plaats de achterwielen op de testbank voor de snelheidsmeter, zoals aangegeven in de afbeelding.

3. Ontgrendel de parkeerrem.

4. Plaats de voorwielen op de vrij draaiende rollen, zoals aangegeven in de afbeelding.