Binnenspiegel
Stel de binnenspiegel zo af dat u door het midden van de achterruit kijkt. Stel de spiegel af voordat u gaat rijden.

Zicht naar achteren
Plaats geen voorwerpen op de achterbank of in de bagageruimte die het zicht door de achterruit kunnen belemmeren.

Verstel de binnenspiegel niet tijdens het rijden. Hierdoor kunt u de controle over de auto verliezen, waardoor een ongeluk met ernstig of dodelijk letsel of schade het gevolg kan zijn.

Breng geen wijzigingen aan de binnenspiegel aan en monteer geen grotere spiegel. Anders kan tijdens een ongeval of bij het activeren van de airbag letsel ontstaan.
Elektrochromatische binnenspiegel (ECM) (indien van toepassing)

Sommige auto's zijn uitgerust met een zelfdimmende spiegel die verblinding 's nachts en bij weinig licht tegengaat.
Als de motor draait, wordt de antiverblindingsstand automatisch geregeld door de sensor in de achteruitkijkspiegel.
De sensor detecteert het omgevingslicht rond de auto en stelt de dimming van de spiegel automatisch bij om verblinding door de verlichting van achteropkomend verkeer tegen te gaan.
Als de auto in de achteruitversnelling (R) wordt gezet, wordt de binnenspiegel automatisch in de helderste stand gezet om het zicht naar achteren zo duidelijk mogelijk te maken.

Gebruik voor het reinigen van de spiegel een papieren doekje of vergelijkbaar materiaal dat vochtig is gemaakt met glasreiniger. Sproei de glasreiniger niet direct op de spiegel. De glasreiniger zou dan het spiegelhuis binnen kunnen dringen.