Zoek enkel op titel
Home > Overzicht hybridesysteem > Het plug-inhybride voertuig starten (Smart Key) > Starten van het hybridesysteem

Starten van het hybridesysteem

1
Neem de Smart Key met u in het voertuig.
2
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
3
Zet de selectiehendel in stand P (parkeren).

In stand N (neutraal) kunt u het voertuig niet starten.

4
Trap het rempedaal in.
5
Druk de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in.
6
De motor dient gestart te worden zonder het gaspedaal in te trappen.

Laat bij extreme kou of wanneer het voertuig een aantal dagen niet is gebruikt de motor warmdraaien zonder het gaspedaal in te trappen.

  • Zelfs als de Smart Key zich in de auto bevindt, als deze zich op enige afstand van u bevindt, slaat de motor mogelijk niet aan.

  • Wanneer de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ACC of ON staat, wordt door het systeem gecontroleerd of de Smart Key aanwezig is als een portier open is. Als de Smart Key zich niet in het voertuig bevindt, verschijnt de waarschuwing "Smart Key niet in het voertuig", en als alle portieren zijn gesloten, klinkt het geluidssignaal ook gedurende ongeveer 5 seconden. Het controlelampje gaat uit wanneer het voertuig rijdt. Houd de Smart Key in het voertuig wanneer hij in de stand ACC staat of de motor van het voertuig aan staat.

Als de startprocedure is gevolgd, gaat op het instrumentenpaneel het symbool ‘’ branden. Zie Meer details voor meer informatie.