Zoek enkel op titel
Home > Rijden met uw auto > Toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) > Motor starten

Motor starten

WAARSCHUWING
  • Draag tijdens het rijden altijd geschikte schoenen. Ongeschikte schoenen (hoge hakken, skischoenen, enz.) kunnen het bedienen van het rempedaal en het gaspedaal bemoeilijken.

  • Houd het gaspedaal niet ingedrukt wanneer u de auto start. De auto kan in beweging komen en een ongeluk veroorzaken.

  • Wacht tot het toerental van de motor normaal is. Als het toerental te hoog is, kan het voertuig plotseling bewegen als het rempedaal wordt losgelaten.

OPMERKING

Kick-down-mechanisme

Gebruik de kickdown voor maximale acceleratie. Druk het versnellingspedaal voorbij het drukpunt in.

Benzinemotor starten

  1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u heeft of laat deze in de auto.

  2. Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.

  3. Zet de selectiehendel in stand P (parkeren). Trap het rempedaal volledig in.

  4. Druk de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in.

    De motor moet gestart worden zonder het gaspedaal in te trappen.

  5. Breng de motor niet op bedrijfstemperatuur door hem stationair te laten draaien. Ga rijden met gematigde motortoerentallen. (Vermijd krachtig accelereren en decelereren.)

Een motor met turbo/intercooler starten en uitzetten

  1. Voer het toerental van de motor niet te hoog op en accelereer niet direct na het starten van de motor. Laat een koude motor enkele seconden stationair draaien om ervoor te zorgen dat de turbocompressor voldoende smering krijgt.

  2. Laat na het rijden met hoge snelheid of een lange rit met een zware motorbelasting de motor voor het afzetten ongeveer 1 minuut stationair draaien.

    Door de motor stationair te laten draaien zal de turbo afkoelen voordat de motor wordt afgezet.

LET OP

Zet de motor nooit direct af nadat hij zwaar belast is geweest. Dit kan ernstige schade veroorzaken aan de motor of de turbocompressor.

De motor starten met een Smart Key

  • Zelfs als de Smart Key zich in de auto bevindt, als deze zich op enige afstand van u bevindt, slaat de motor mogelijk niet aan.

  • Wanneer de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ACC of daarboven staat, controleert het systeem of de Smart Key aanwezig is wanneer een van de portieren wordt geopend. Als de Smart Key zich niet in de auto bevindt, worden het controlelampje '' en de melding 'Key is not in the vehicle' (Sleutel niet in het voertuig) weergegeven op het instrumentenpaneel en het LCD-scherm. En wanneer alle portieren gesloten worden, zal de zoemer 5 seconden klinken. Het controlelampje of de waarschuwingsmelding dooft wanneer de auto rijdt. Zorg dat u altijd de smart key bij u hebt.

WAARSCHUWING

De motor slaat alleen aan wanneer de smart key zich in de auto bevindt.

Laat kinderen of anderen die niet vertrouwd zijn met de auto nooit de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) of aanverwante onderdelen aanraken.

LET OP

Probeer de selectiehendel niet in stand P (parkeren) te zetten wanneer de motor tijdens het rijden afslaat. Als de verkeersomstandigheden het toelaten kunt u de selectiehendel in stand N (neutraal) zetten terwijl de auto nog rijdt en vervolgens de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) indrukken om te proberen de motor opnieuw te starten.

OPMERKING
  • Als de batterij bijna leeg is of de Smart Key niet goed werkt, kunt u de motor starten door de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) direct met de Smart Key in te drukken.

    De zijde met de vergrendeltoets moet rechtstreeks contact maken met de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) Als u toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) rechtstreeks met de Smart Key indrukt, moeten de Smart Key en de toets ENGINE START/STOP onder de juiste hoek ten opzichte van elkaar staan.

  • Wanneer de remlichtzekering is doorgebrand, kunt u de motor niet normaal starten.

    Vervang de zekering door een nieuwe. Als dit niet mogelijk is, kunt u de motor starten door de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ACC 10 seconden ingedrukt te houden. De motor kan aanslaan zonder dat het rempedaal wordt ingetrapt. Trap voor uw eigen veiligheid echter altijd het rempedaal en koppelingspedaal (indien van toepassing) in voordat u de motor start.

LET OP

Druk de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) nooit langer dan 10 seconden in, behalve wanneer de remlichtzekering is doorgebrand.