Grootlicht

Om het grootlicht in te schakelen:
-
Duw de hendel bij u vandaan.
Trek de schakelaar naar u toe om het dimlicht in te schakelen.
Het controlelampje voor het grootlicht gaat branden wanneer het grootlicht wordt ingeschakeld. Om te voorkomen dat de accu ontladen raakt, dient u de verlichting niet gedurende langere tijd te laten branden terwijl de motor niet draait.
WAARSCHUWINGGebruik het grootlicht niet wanneer zich andere auto's in de buurt bevinden. Anders kunt u het zicht van andere bestuurders belemmeren.
-
Trek de combischakelaar naar u toe. Als u de combischakelaar loslaat, keert deze weer terug naar zijn oorspronkelijke positie (dimlicht).
De verlichting hoeft niet ingeschakeld te zijn om een lichtsignaal te kunnen geven.
Om een lichtsignaal te geven: