Bandenspanningsmeter (indien van toepassing)
De bandenspanning neemt ook onder normale omstandigheden langzaam af, zodat u af en toe lucht moet toevoegen. Dit duidt niet
op een lek, maar is een normaal verschijnsel. Controleer de bandenspanning altijd bij koude banden, omdat de bandenspanning
bij een hogere temperatuur toeneemt.
U kunt de bandenspanning als volgt controleren:
1
Draai de ventieldop los, die zich op de velg van de band bevindt.
2
Houd de bandenspanningsmeter aangedrukt op het ventiel. Er kan aanvankelijk wat lucht ontsnappen en er zal meer lucht ontsnappen
wanneer u de bandenspanningsmeter niet stevig aandrukt.
3
De bandenspanningsmeter wordt geactiveerd wanneer u deze stevig en zonder lucht te laten ontsnappen aandrukt.
4
Lees de bandenspanning af op de meter om te weten of de bandenspanning laag of hoog is.
5
Pas de bandenspanning zo nodig aan. Zie Meer details, Meer details.
6
Plaats de ventieldop terug.