Zoek enkel op titel
Home > Veiligheidssystemen van uw auto > Stoelen > Geheugen bestuurdersstoel (voor elektrisch instelbare stoel)

Geheugen bestuurdersstoel (voor elektrisch instelbare stoel) (indien van toepassing)

De bestuurdersstoel heeft een geheugen, waarin de stand van de stoel met een druk op de knop kan worden opgeslagen of teruggezet. Verschillende personen kunnen zodoende elk hun eigen voorkeursinstellingen bewaren. Als de accukabels worden losgenomen, wordt het geheugen van de stoelstanden gewist. De voorkeursposities dienen in dat geval opnieuw te worden opgeslagen.

WAARSCHUWING

Bedien het geheugen van de bestuurdersstoel nooit tijdens het rijden.

Hierdoor kunt u de controle over het voertuig verliezen waardoor een ongeluk kan gebeuren met ernstig of dodelijk letsel of schade tot gevolg.

Stoelposities met de toetsen in het portier opslaan

Opslaan van posities bestuurdersstoel

1
Zet de selectiehendel in stand P of N terwijl de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ON staat.
2
Verstel de bestuurdersstoel naar de meest comfortabele positie.
3
Druk op toets SET op het bedieningspaneel. Het systeem piept één keer.
4
Druk binnen 4 seconden na het indrukken van toets SET op één van de geheugentoetsen (1 of 2). Het systeem geeft met twee piepjes aan dat de instellingen met succes zijn opgeslagen.

Posities instellen vanuit geheugen

1
Zet de selectiehendel in stand P of N terwijl de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ON staat.
2
Druk op de gewenste geheugentoets (1 of 2) om de instellingen op te roepen. Het systeem piept één keer en de bestuurdersstoel wordt automatisch in de opgeslagen positie gezet.

Als tijdens het uitvoeren van de instellingen uit het geheugen de schakelaar voor het verstellen van de bestuurdersstoel wordt bediend, wordt het instellen vanuit het geheugen afgebroken en wordt de stoel bewogen in de richting waarin de schakelaar wordt bediend.

WAARSCHUWING

Ga voorzichtig te werk als u posities instelt vanuit het geheugen als u in de auto zit. Duw de schakelaar voor het verstellen van de stoel onmiddellijk in de gewenste richting als de stoel te ver in een bepaalde richting beweegt.

Geheugen bestuurdersstoel initialiseren

Initialiseer het geheugen van de bestuurdersstoel als volgt als het systeem niet goed werkt.

Initialisatiemethode

1
Zet het voertuig volledig stil, met het contact in stand [ON] en de sectiehendel in stand P (parkeren). Open vervolgens het portier aan de bestuurderszijde.
2
Met de bedieningsschakelaars voor het naar voren of achteren bewegen en het verstellen van de rugleuning, trekt u nu de stoel zo ver mogelijk naar voren en zet u de rugleuning zo recht mogelijk.
3
Druk gedurende twee seconden tegelijkertijd op de toets [SET] en de bedieningsschakelaar voor het naar voren bewegen.

Initialisatieproces

1
Het alarm klinkt en het initialisatieproces begint.
2
De bestuurdersstoel en de rugleuning hiervan bewegen automatisch naar achteren. Het alarm blijft klinken tijdens deze beweging.
3
De stoel en rugleuning bewegen naar het midden, het alarm klinkt en de initialisatie is voltooid.

In de volgende gevallen worden het initialisatieproces en het alarmsignaal echter gestopt.

  • De toets voor de geheugenfunctie van de bestuurderspositie wordt ingedrukt

  • Wanneer op de bedieningsschakelaars voor de bestuurdersstoel wordt gedrukt

  • Wanneer de selectiehendel van stand [P] naar een andere stand wordt bewogen

  • Wanneer er 3 km/h of harder met het voertuig wordt gereden

  • Wanneer het portier aan de bestuurderszijde wordt gesloten

WAARSCHUWING
  • Begin de initialisatie opnieuw wanneer het alarmsignaal of de initialisatie stopt terwijl de initialisatie in gang is.

  • Zorg ervoor dat de plek naast de bestuurdersstoel nergens door geblokkeerd wordt voordat u het geheugen van de bestuurdersstoel initialiseert.

  • Zorg ervoor dat u na het voltooien van de initialisatie de stoel naar voorkeur van de bestuurder verstelt en de rijpositie onthoudt.

Instapfunctie (indien van toepassing)

Het systeem beweegt de bestuurdersstoel als volgt automatisch:

  • De bestuurdersstoel beweegt naar achteren als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) UIT wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend.

  • De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ACC of START wordt gezet.

U kunt deze functie activeren of deactiveren.

* Voor meer informatie, zie Meer details of Meer details.

OPMERKING

Als er niet genoeg ruimte is tussen de bestuurdersstoel en de stoel van de achterpassagier die direct achter de bestuurdersstoel zit, dan kan de bestuurdersstoel mogelijk niet naar achteren worden verplaatst.