Waarschuwingsmeldingen
De waarschuwingsmelding kan anders worden weergegeven afhankelijk van het type instrumentenpaneel en soms wordt mogelijk helemaal geen waarschuwingsmelding weergegeven. De waarschuwingsmelding wordt weergegeven als een symbool, een symbool met tekst, of alleen tekst.
Schakel naar P
-
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u probeert de motor uit te schakelen terwijl de versnelling niet in stand P (parkeren) staat.
-
Als dat het geval is, wordt de toets ENGINE START/STOP in de stand ACC gezet.
Laag sproeivloeistof niveau
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als de ruitensproeiervloeistof bijna op is.
U moet het reservoir met ruitensproeiervloeistof bijvullen.
Controleer LED-koplamp (indien van toepassing)
Deze melding wordt weergegeven als er een probleem is met de LED-koplamp. Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Laag brandstofniveau
-
Deze waarschuwing wordt weergegeven als de brandstoftank bijna leeg is.
-
Wanneer deze melding wordt weergegeven, gaat het waarschuwingslampje voor een laag brandstofniveau in het instrumentenpaneel branden.
-
Geadviseerd wordt om het dichtstbijzijnde tankstation op te zoeken en zo snel mogelijk te tanken.
De motor is oververhit
-
Deze melding geeft aan dat de koelvloeistoftemperatuur hoger is dan 120 °C (248 °F). Dit betekent dat de motor oververhit is en beschadigd kan raken.
* Als uw voertuig oververhit is, zie Meer details.
Batterij sleutel bijna leeg
-
Deze waarschuwing verschijnt als de batterij in de Smart Key ontladen wordt wanneer de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand OFF wordt gezet.
Druk op START-knop tijd. draaien stuurw.
-
Deze waarschuwingsmelding verschijnt als het stuurwiel niet normaal wordt ontgrendeld wanneer de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) wordt ingedrukt.
-
Dit betekent dat u op de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) moet drukken terwijl u het stuurwiel naar rechts en links draait.
Controleer het stuurwielslot (indien van toepassing)
-
Deze waarschuwingsmelding verschijnt als het stuurwiel niet normaal vergrendelt wanneer de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand OFF wordt gezet.
Sleutel niet in auto
-
Deze waarschuwingsmelding verschijnt als de Smart Key niet gedetecteerd is wanneer u de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) indrukt.
-
Dit betekent dat u de Smart Key altijd bij u moet dragen.
Sleutel niet waargenomen
-
Deze waarschuwingsmelding verschijnt als de Smart Key niet gedetecteerd is wanneer u de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) indrukt.
Schakel naar P of N voor starten
-
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u probeert de motor te starten terwijl de selectiehendel niet in stand P (parkeren) of N (neutraal) staat.
Duw op remped. voor starten motor
-
Deze waarschuwing licht op als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) twee keer naar de stand ACC gaat door de toets meerdere keren in te drukken zonder het rempedaal in te trappen.
-
Dit betekent dat u het rempedaal in moet trappen om de motor te starten.
Auto staat in N. Druk op de toets START en zet de versnelling in P (en zet de motor uit)
Dit bericht wordt weergegeven als u probeert om de motor af te zetten als de versnelling in N (neutraal) staat.
Om de motor uit te zetten:
-
Druk de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in. Deze toets zal de stand ON wijzigen.
-
Druk op de toets P om te schakelen naar P (parkeren).
-
Druk opnieuw op de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) om de motor uit te schakelen.
Ontlading van de accu door externe elektrische apparaten
Het voertuig kan zelfontlading van de accu detecteren ten gevolge van een te hoge stroomsterkte die wordt gegenereerd door niet toegestane elektrische apparaten, zoals een dashboardcamera (dashcam) tijdens parkeren.
Wees erop attent dat functies zoals ISG beperkt worden en er problemen ten gevolge van ontlading van de accu kunnen optreden.
Als de waarschuwing zelfs na verwijdering van de externe elektrische apparaten nog steeds wordt gegeven, laat uw voertuig dan nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om contact op te nemen met een officiële Kia-dealer/servicepartner.
Druk opnieuw op de START-knop
-
Deze waarschuwingsmelding licht op als u de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) niet kunt bedienen als er een probleem is met het systeem van de toets ENGINE START/STOP.
-
Het houdt in dat u de motor kunt starten door nogmaals op de toets ENGINE START/STOP te drukken.
-
Als deze waarschuwing elke keer wordt weergegeven dat u de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) indrukt, moet u uw voertuig te laten controleren door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Druk op de START-knop met de sleutel
-
Deze waarschuwingsmelding verschijnt als u de toets ENGINE START/STOP indrukt terwijl de waarschuwingsmelding "Key not detected" (Sleutel niet gevonden) brandt.
-
Op dit moment gaat het controlelampje van het startblokkeersysteem knipperen.
Check DAW-systeem (indien van toepassing)
-
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als er een probleem is met het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder. Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
* Voor meer informatie, zie Meer details.
Check BCW-systeem (indien van toepassing)
-
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als er een probleem is met het Blind-Spot Collision Warning-systeem (BCW; botsingswaarschuwing dode hoek). Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
* Voor meer informatie, zie Meer details.
Controleer uitlaatsysteem (indien van toepassing)
Deze melding wordt weergegeven als er een probleem is met het GPF-systeem. Op dit moment gaat ook het GPF-waarschuwingslampje knipperen.
Als dat gebeurt, raden we u aan het GPF-systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer/servicepartner.
GPF: Benzinedeeltjesfilter
Controleer het voelbare stuurwielsysteem (indien van toepassing)
Deze melding wordt weergegeven als er een probleem is met het voelbare stuurwielsysteem.
Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Controleer hybridesysteem
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven wanneer er een probleem is met het hybridesysteem.
Ga niet rijden als de waarschuwingsmelding wordt weergegeven.
Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Controleer hybridesysteem Stop op een veilige manier
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven wanneer er een probleem is met het hybridesysteem. Het “” controlelampje knippert en er klinkt een geluidssignaal tot het probleem is opgelost.
Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Controleer hybridesysteem Do Not Start Engine
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven wanneer het hybridebatterijpakket (SOC) bijna leeg is. Er klinkt een geluidssignaal tot het probleem is opgelost.
Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Stop voertuig en controleer voeding
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als er een storing optreedt in het voedingssysteem.
Parkeer in dat geval uw voertuig op een veilige plek en laat het voertuig naar de dichtstbijzijnde professionele werkplaats slepen en controleren. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Parkeer voor het opladen met de motor aan
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven wanneer het hybridebatterijpakket (SOC) bijna leeg is.
Breng het voertuig in dat geval op een veilige plaats tot stilstand en wacht tot de hybridebatterij is bijgeladen.
Vul brandstof bij om schade aan het hybridebatterijpakket te voorkomen
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven wanneer de brandstoftank bijna leeg is.
Vul brandstof bij om schade aan het hybridebatterijpakket te voorkomen.
Vul inverterkoelvloeistof bij
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven wanneer de inverterkoelvloeistof bijna op is.
U moet de inverterkoelvloeistof bijvullen.
Voor volume en specificatie van de koelvloeistof, zie Meer details.
Controleer het remsysteem
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als het remvermogen laag is of als het regeneratieve remsysteem niet goed werkt door een storing in het remsysteem.
In dat geval moet het rempedaal mogelijk krachtiger worden ingetrapt en kan de remweg langer worden.
Breng voertuig tot stilstand en controleer remsysteem
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als er een storing optreedt in het remsysteem.
Parkeer in dat geval uw voertuig op een veilige plek en laat het voertuig naar de dichtstbijzijnde professionele werkplaats slepen en controleren. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Haal stekker uit de wagen om te starten
Dit bericht wordt weergegeven wanneer u de motor start zonder dat u de laadkabel loskoppelt. Koppel de laadkabel los en start vervolgens het voertuig.
Resterende tijd
Dit bericht wordt weergegeven om de resterende tijd voor het volledig opladen van de batterij te melden.
Schakel naar P om te laden
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de laadstekker is aangesloten met de selectiehendel in de stand R (achteruit), N (neutraal) of D (rijden). Beweeg de selectiehendel naar P (parkeren) en begin opnieuw met laden.
Elektrische modus/automatische modus/hybride modus
Een overeenkomstig bericht wordt weergegeven wanneer een modus wordt geselecteerd door op de HEV-toets te drukken.
Accu laag. Hybride-modus behouden
Dit bericht wordt weergegeven wanneer het onmogelijk is om over te schakelen naar de EV-modus, zelfs door het indrukken van de HEV-toets tijdens rijden in de HEV-modus, omdat de hoogspanningsbatterij (hybridebatterij) onvoldoende lading heeft.
Systeemtemperatuur is laag. Schakelen naar hybride modus/hoge systeemtemperatuur. Schakelen naar hybride modus
Dit bericht wordt weergegeven als de temperatuur van de hoogspanningsbatterij (hybride) te laag of te hoog is.
Deze waarschuwingsmelding dient om de batterij en het hybride systeem te beschermen.
Systeemtemperatuur is laag. Hybridemodus behouden/Hoge systeemtemperatuur Hybride-modus behouden
Dit bericht wordt weergegeven als de temperatuur van de hoogspanningsbatterij (hybride) te laag of te hoog is. Deze waarschuwingsmelding dient om de batterij en het hybride systeem te beschermen.
Wacht tot klep brandstoftank opent
Dit bericht wordt weergegeven wanneer u probeert om de tankdopklep te openen terwijl de brandstoftank onder druk staat. Wacht totdat de druk van de brandstoftank af is.
Klep brandstoftank geopend
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de tankdopklep open gaat nadat de druk van de brandstoftank af is. Als dit bericht verschijnt, kunt u de brandstoftank bijvullen.
Opladen onderbroken. Controleer de AC-lader
Dit bericht wordt weergegeven wanneer het laden mislukt is door een externe laadfout.
Het doel van dit bericht is om u te informeren dat de fout is opgetreden in de lader zelf en niet in het voertuig.
Opladen onderbroken. Controleer de kabelverbinding
Deze melding wordt weergegeven wanneer het laden is gestopt omdat de laadstekker niet correct op de laadaansluiting is aangesloten. In dit geval moet u de laadstekker loskoppelen en opnieuw aansluiten, en controleren of er sprake is van een probleem (uitwendige beschadiging, verontreinigingen enz.) met de laadstekker en de laadaansluiting. Als hetzelfde probleem zich voordoet wanneer de auto wordt geladen met een vervangende laadkabel of een originele draagbare lader van Kia, moet u het voertuig laten nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Laadklep geopend
Dit bericht geeft aan dat de laadklep open is terwijl het voertuig klaar is om te rijden. U wordt aangeraden de klep te controleren en te sluiten. (Als er wordt gereden met een openstaande laadklep kan er vocht binnenkomen of schade ontstaan. Dit bericht is bedoeld om dergelijke zaken te voorkomen.)
Hyb-modus inschakelen voor verwarming of airconditioning
-
Wanneer de buitentemperatuur lager is dan -13°C (9 °F) en u het verwarmings- en ventilatiesysteem inschakelt om te verwarmen, wordt het bovenstaande bericht weergegeven in het instrumentenpaneel. Het voertuig schakelt dan automatisch over naar de HEV-modus.
-
Wanneer de buitentemperatuur hoger is dan -10°C (14°F) of u het verwarmings- en ventilatiesysteem uitschakelt, keert het voertuig automatisch terug naar de EV-modus.
Wisselen naar hybride modus voor zelfdiagnose
-
Dit bericht wordt weergegeven voor zelfdiagnose van het hybridesysteem.
Virtual Engine Sound-systeem controleren
Deze melding wordt weergegeven wanneer er een probleem is met het Virtual Engine Sound-systeem (VESS).
Laat het systeem daarom onderhouden door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Hybride-modus behouden om te blijven verwarmen
Er wordt een bericht weergegeven wanneer de verwarming actief is en de HEV-modus in stand wordt gehouden om de verwarming goed te laten werken, wanneer u probeert over te schakelen naar de EV-modus door het indrukken van de EV/HEV-toets.
Portier, motorkap, achterklep open

-
Deze waarschuwingsmelding geeft weer welk portier is geopend of dat de motorkap of achterklep is geopend.
Schuif-/kanteldak geopend (indien van toepassing)

-
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u de motor uitschakelt terwijl het schuif-/kanteldak is geopend.
Waarschuwing voor gladheid (indien van toepassing)

Deze waarschuwing attendeert de bestuurder erop dat de weg glad kan zijn.
In de volgende omstandigheden knippert het waarschuwingslampje (en de buitentemperatuurmeter) 5 keer en blijft dan branden. Ook klinkt eenmalig een waarschuwingszoemer.
-
De temperatuur op de buitentemperatuurmeter is lager dan 4 °C (39 °F).

Als de waarschuwing tijdens het rijden verschijnt, moet u voorzichtiger gaan rijden en hoge snelheden, snel optrekken, plotseling remmen, het maken van scherpe bochten enz. vermijden.
Lichtenmodus

-
Deze indicator geeft weer welke verlichting aan de buitenzijde er is geselecteerd met de bediening van de verlichting.
De functie ruitenwisser-/verlichtingsweergave kan worden geactiveerd en gedeactiveerd via de modus Gebruikersinstellingen op het LCD-display van het instrumentenpaneel of de instellingen in het infotainmentsysteemscherm.
Ruitenwissermodus

-
Dit controlelampje geeft weer welke wissersnelheid er is geselecteerd met de bediening van de ruitenwissers.
De functie ruitenwisser-/verlichtingsweergave kan worden geactiveerd en gedeactiveerd via de modus Gebruikersinstellingen op het LCD-display van het instrumentenpaneel of de instellingen in het infotainmentsysteemscherm.
Coasting Guide (indien van toepassing)

Er klinkt een geluidssignaal en het lampje van de zeilfunctie knippert 4 keer om de bestuurder te adviseren het gaspedaal los te laten en te decelereren* op basis van de routes en wegomstandigheden die zijn opgeslagen in het infotainmentsysteem. Het spoort de bestuurder aan om zijn voet van het gaspedaal te halen en te freewheelen op de EV-motor alleen. Dit helpt het brandstofverbruik te drukken en optimaliseren.
* Decelereren gebeurt bijvoorbeeld tijdens het rijden van een langere helling, het vertragen voor een tolhuisje en het naderen van zones met beperkte snelheid.
-
Gebruikersinstellingen
Druk op de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) en zet de selectiehendel in stand P (parkeren). In de modus Gebruikersinstellingen (User Settings Mode) selecteert u rijhulp (Driver Assistance), Zeilfunctie (Coasting Guide), en AAN (On) om het systeem in te schakelen. Annuleer de selectie van Coasting guide om het systeem uit te schakelen. Voor meer uitleg over het systeem, druk op de toets [OK] en houd ingedrukt.
-
Gebruiksvoorwaarden
Handel als volgt om het systeem in te schakelen. Voer uw bestemmingsinformatie in het infotainmentsysteem in en selecteer de te rijden route. Selecteer de ECO rijmodus in het In rijmodus geïntegreerde regelsysteem. Houd u daarna aan het volgende.
-
De snelheid moet tussen 60 km/h (37 mph) en 160 km/h liggen (99 mph).
-
* De reële snelheid kan verschillen door een verschil tussen instrumentenpaneel en infotainmentsysteem als gevolg van de bandenspanning.