Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Ruitenwissers en ruitensproeiers > Ruitensproeiers voorruit

Ruitensproeiers voorruit

Als u met de ruitenwisser in stand (O) de hendel naar voren trekt om de ruitensproeier in te schakelen, maakt deze 1-3 wisslagen.

Gebruik deze functie om de voorruit te reinigen.

De ruitensproeier en de ruitenwissers blijven werken tot u de hendel loslaat.

Controleer het peil van de ruitensproeiervloeistof als de ruitensproeiers niet werken. Vul het reservoir met een geschikte, niet schurende ruitensproeiervloeistof wanneer het peil te laag is.

De vulpijp van het reservoir bevindt zich vooraan in de motorruimte aan passagierszijde.

LET OP

Gebruik de ruitensproeiers niet wanneer het reservoir leeg is, om beschadiging van de ruitensproeierpomp te voorkomen.

WAARSCHUWING

Gebruik de ruitensproeiers niet bij temperaturen onder het vriespunt zonder eerst de voorruit met behulp van de voorruitontwaseming te hebben verwarmd; de vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en uw uitzicht belemmeren.

LET OP
  • Schakel de ruitenwissers niet in als de voorruit droog is, om beschadiging van de wissers en de voorruit te voorkomen.

  • Gebruik geen benzine, petroleum, thinner of andere oplosmiddelen in de buurt van de ruitenwisserbladen om beschadiging te voorkomen.

  • Probeer de ruitenwissers nooit met de hand te bewegen, om beschadiging van de ruitenwisserarmen en van andere onderdelen te voorkomen.

  • Gebruik om mogelijke schade aan het ruitenwisser- en ruitensproeiersysteem te voorkomen in de winter of bij lage buitentemperaturen speciale ruitensproeiervloeistof.