3. Uitlaatemissieregelsysteem
Het emissieregelsysteem is een uiterst effectief systeem dat de uitstoot van schadelijke stoffen tot een minimum beperkt zonder dat dit ten koste gaat van de prestaties.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot uitlaatgassen (koolmonoxide)
-
Als u uitlaatgassen in de auto ruikt, kan er ook koolmonoxide in het interieur aanwezig zijn. Laat het uitlaatsysteem van uw auto direct controleren en indien nodig repareren indien u in het interieur uitlaatgassen ruikt. Rijd niet met de auto als u in het interieur uitlaatgassen ruikt, maar als het niet anders kan, rijd dan met alle ruiten volledig geopend. Laat uw auto onmiddellijk controleren en repareren.
WAARSCHUWINGUitlaat
Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide (CO). Hoewel het kleurloos en reukloos is, is het gevaarlijk en kan het bij inademing dodelijk zijn. Neem de aanwijzingen op deze pagina in acht ter voorkoming van koolmonoxidevergiftiging.
-
Laat de motor in een afgesloten ruimte (bijvoorbeeld een garage) niet langer draaien dan nodig is om de auto naar binnen of naar buiten te rijden.
-
Stel het ventilatiesysteem zo af dat er verse buitenlucht naar het interieur gevoerd wordt als de auto in een open ruimte stilstaat terwijl de motor wat langer moet blijven draaien.
-
Blijf nooit met draaiende motor gedurende langere tijd in een stilstaande auto zitten.
-
Als de motor afslaat of niet wil aanslaan en er teveel startpogingen ondernomen worden, kan het emissieregelsysteem beschadigd raken.
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik katalysatoren (indien van toepassing)
Brand
-
Een heet uitlaatsysteem kan brandbare materialen onder uw auto in brand doen vliegen. Parkeer de auto nooit boven brandbare materialen zoals gras, planten, papier, bladeren enz.
-
Het uitlaatsysteem en de katalysator zijn zeer heet wanneer de motor draait en direct nadat de motor is uitgezet. Blijf op veilige afstand van het uitlaatsysteem en de katalysator, anders kunt u brandwonden oplopen.
Verwijder het hitteschild van het uitlaatsysteem niet, maak de onderkant van de auto niet dicht en breng geen coating aan om corrosie tegen te gaan. Onder bepaalde omstandigheden kan dit brandgevaar veroorzaken.
Uw auto is uitgerust met een katalysator voor emissiebeheersing.
Daarom moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen:
-
Tank alleen de brandstof volgens Meer details.
-
Gebruik de auto niet wanneer er tekenen zijn van een motorstoring, zoals een ontstekingsfout of een merkbaar prestatieverlies.
-
Misbruik de motor niet. Voorbeelden van verkeerd gebruik zijn uitrollen met het contact uit en afdalen van steile hellingen in de versnelling met het contact uit.
-
Laat de motor niet langdurig (5 minuten of langer) met een hoog stationair toerental draaien.
-
Voer zelf geen aanpassingen of wijzigingen uit aan de motor of het emissieregelsysteem. Inspecties en afstellingen mogen alleen uitgevoerd worden door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicecentrum te bezoeken.
-
Vermijd rijden met een extreem laag brandstofpeil. Wanneer de brandstof opraakt, kan de motor overslaan, waardoor de katalysator beschadigd raakt.
Wanneer bovenstaande voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen, kan schade aan de katalysator en aan uw auto ontstaan.
Bovendien kan hierdoor de garantie vervallen.
Benzineroetfilter (GPF) (indien van toepassing)
Het benzineroetfilter (GPF) is het systeem dat roet uit het uitlaatgas verwijdert. In tegenstelling tot een verwisselbaar luchtfilter, verbrandt (oxideert) en verwijdert het GPF-systeem het opgehoopte roet automatisch tijdens het rijden.
Het herhaald rijden van korte afstanden of het rijden van lange afstanden op lage snelheid kan echter verhinderen dat het opgehoopte roet automatisch wordt verwijderd door het GPF-systeem. Als een zekere hoeveelheid opgehoopt roet wordt bereikt, zal het GPF-waarschuwingslampje () aangaan. Om het GPF-systeem weer te laten functioneren, moet langer dan 30 minuten met het voertuig worden gereden met een snelheid van 80 km/u (50 mph) of sneller. Controleer dat aan volgende voorwaarden wordt voldaan: veilige wegomstandigheden, transmissie in de 3e versnelling of hoger en motortoerental van 1.500 - 4.000 omw/min. Wanneer gedurende de aanbevolen periode met een snelheid van 80 km/u (50 mph) of sneller wordt gereden, gaat het GPF-systeem weer werken en dooft het GPF-waarschuwingslampje.
Als het GPF-waarschuwingslampje blijft branden of de waarschuwingsmelding “check exhaust system” (Controleer uitlaatsysteem) zelfs na het rijden met de aanbevolen snelheid gedurende de aanbevolen tijdsperiode wordt weergegeven, moet u het GPF-systeem laten nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. Het constant rijden terwijl het GPF-waarschuwingslampje brandt, kan het GPF-systeem beschadigen en het brandstofverbruik verhogen.