Procedure voor TPMS-reset
In de volgende situaties moet u het TPMS opnieuw instellen.
-
Na herstelling of vervanging van de banden (of wielen)
-
Na het onderling verwisselen van de banden
-
Na het op spanning brengen van de banden
-
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning brandt
-
Na vervanging van de vering of het ABS
-
Parkeer de auto op een stevige en vlakke ondergrond.
-
Breng de banden op de juiste spanning zoals aangegeven op het voertuigplaatje of het bandenspanningslabel op de middenstijl aan de bestuurderszijde.
-
Start de motor, druk ongeveer drie seconden op de TPMS SET-schakelaar om het TPMS opnieuw in te stellen. Het resetproces verloopt helemaal automatisch.
-
Controleer vervolgens of het waarschuwingslampje lage bandenspanning uitgaat nadat het vier seconden heeft geknipperd. Controleer, als u een Supervision-instrumentenpaneel heeft, of de melding "Bandenspanning opgeslagen" op het scherm wordt weergegeven.
-
Rijd na het instellen van het TPMS ongeveer 20 minuten om de nieuwe bandenspanning in het systeem op te slaan.
* Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden, herhaal dan stap 3.
Bij het opnieuw instellen van het TPMS, wordt de huidge bandenspanning als standaardbandenspanning opgeslagen.
* Als het waarschuwingslampje niet knippert of de melding niet verschijnt, voert u de procedure opnieuw uit vanaf 3.
Als het systeem ingesteld wordt zonder de bandenspanning aan te passen, wordt er mogelijk een vals alarm gegeven of het waarschuwingslampje niet weergegeven, zelfs als de bandspanning aanzienlijk te laag is.
Zorg ervoor dat bij het resetten van TPMS alle banden goed zijn aangepast aan de aanbevolen spanning.
Als het systeem zelfs niet ingesteld wordt in situaties die dat vereisen, wordt er mogelijk een vals alarm gegeven of het waarschuwingslampje niet weergegeven, zelfs als de bandspanning aanzienlijk te laag is.
Als u de TPMS-resetknop (2) indrukt tijdens het rijden, wordt het resetproces niet opgestart. Druk op de TPMS-resetknop als de auto volledig stilstaat en houdt de schakelaar (2) ingedrukt voor meer dan 3 seconden.
-
Zorg ervoor dat de band koud is alvorens deze op spanning te brengen.
Een koude band betekent dat het voertuig 3 uur lang heeft stilstaan of minder dan 1,6 km (1 mijl) heeft gereden.