Zoek enkel op titel
Home > Wat te doen in een noodgeval > Nooduitrusting

Nooduitrusting (indien van toepassing)

In het voertuig bevinden zich enkele nooduitrustingen die u in geval van nood van pas kunnen komen.

Brandblusser

Als er een kleine brand is uitgebroken en u weet hoe een brandblusser werkt, dan kunt u onderstaande stappen voorzichtig volgen.

  1. Trek aan de borgpen aan de bovenzijde van de brandblusser (deze voorkomt dat de hendel per ongeluk wordt ingedrukt).

  2. Richt de straalpijp op de basis van de vlammen.

  3. Houd ongeveer 2,5 m (8 ft.) afstand van de vuurhaard en knijp de hendel in om te blussen. Als u de hendel loslaat, stopt het blussen.

  4. Beweeg de straalpijp heen en weer richting de basis van de vlammen. Blijf de vuurhaard in de gaten houden, ook als de vlammen lijken te zijn gedoofd. Het vuur kan opnieuw oplaaien.

EHBO-set

De EHBO-set bevat onder andere een verbandschaar, verband, pleisters enz. zodat eerste hulp kan worden verleend aan iemand die gewond is geraakt.

Gevarendriehoek

Plaats de gevarendriehoek op de weg om achteropkomend verkeer te waarschuwen, bijvoorbeeld wanneer u met pech langs de kant van de weg staat.

Bandenspanningsmeter (indien van toepassing)

De bandenspanning neemt ook onder normale omstandigheden langzaam af, zodat u af en toe lucht moet toevoegen. Dit duidt niet op een lek, maar is een normaal verschijnsel. Controleer de bandenspanning altijd bij koude banden, omdat de bandenspanning bij een hogere temperatuur toeneemt.

U kunt de bandenspanning als volgt controleren:

  1. Draai de ventieldop los, die zich op de velg van de band bevindt.

  2. Houd de bandenspanningsmeter aangedrukt op het ventiel. Er kan aanvankelijk wat lucht ontsnappen en er zal meer lucht ontsnappen wanneer u de bandenspanningsmeter niet stevig aandrukt.

  3. De bandenspanningsmeter wordt geactiveerd wanneer u deze stevig en zonder lucht te laten ontsnappen aandrukt.

  4. Lees de bandenspanning af op de meter om te weten of de bandenspanning laag of hoog is.

  5. Pas de bandenspanning zo nodig aan. Zie Meer details.

  6. Plaats de ventieldop terug.