Als de Intelligent Speed Limit Assist (slimme hulp snelheidslimiet) niet naar behoren werkt, verschijnt enkele seconden de waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel en gaat het hoofdwaarschuwingslampje () snelheidslimiet () op het dashboard branden.

Als dit zich voordoet, raden wij u aan de functie te laten nakijken door een officiële Kia-dealer/servicepartner.

Als het deel van de voorruit waar de frontzichtcamera zich bevindt met vreemd materiaal zoals sneeuw of regen bedekt is, dan kan dit de detectieprestaties verminderen en de functie Intelligente assistentie snelheidsbeperking tijdelijk beperken of uitschakelen. Als dit gebeurt, verschijnen het waarschuwingsmelding en de snelheidslimietindicator () op het dashboard.

De intelligente assistentie snelheidsbeperking werkt weer naar behoren wanneer deze sneeuw, regen of andere substantie is verwijderd. Zorg ervoor dat dit deel altijd schoon is.

Als de intelligente assistentie snelheidsbeperking na het verwijderen nog steeds niet naar behoren werkt, raden wij u aan de functie te laten nakijken door een officiële Kia-dealer/servicepartner.

Mogelijk werkt de intelligente assistentie snelheidsbeperking niet normaal of grijpt het onverwacht in onder de volgende omstandigheden:

• Het verkeersbord is vuil of onleesbaar

  • Het verkeersbord is nauwelijks zichtbaar door slecht weer zoals regen, sneeuw, mist enz.

  • Het verkeersbord wordt gedeeltelijk verborgen door omringende voorwerpen of schaduw

• De verkeersborden zijn geen standaardborden

  • De tekst of afbeelding op het verkeersbord verschilt van de norm

  • Het verkeersbord is tussen de hoofdbaan en de afrit geplaatst, of tussen uiteenlopende wegen

  • Een bord is aan een ander voertuig vastgemaakt

• De afstand tussen het voertuig en de verkeersborden is te ver weg

• Het voertuig komt verlichte verkeersborden tegen

• De intelligente assistentie snelheidsbeperking herkent getallen of afbeeldingen op straatborden of andere borden ten onrechte als de snelheidslimiet

• Er wordt een verkeersbord waargenomen langs de weg waarop u rijdt

• Meerdere verkeersborden zijn dicht bij elkaar geïnstalleerd

• Het verkeersbord minimumsnelheid wordt op foutieve wijze herkend

• Een bord met de minimumsnelheid staat op de weg

• De helderheid verandert plots, bv. wanneer u een tunnel inrijdt of verlaat of onder een brug doorrijdt

• De koplampen worden niet gebruikt of de helderheid van de koplampen is zwak 's nachts of in een tunnel

• Het gezichtsveld van de frontzichtcamera wordt belemmerd door schittering van de zon

• De verkeersborden zijn moeilijk te herkennen door de weerspiegeling van de zon of de straatverlichting, of door het licht van tegenliggers

• De navigatie-informatie of GPS-informatie bevat fouten.

• De bestuurder houdt zich niet aan de opdrachten van de navigatie.

• U rijdt op een weg met scherpe of veel bochten

• U rijdt over verkeersdrempels of bergop- of afwaarts of van links naar rechts op steile hellingen

• Het voertuig schudt hevig

• Rijden op een nieuwe weg

• U rijdt op een weg waaraan wordt gewerkt.

• Wanneer de navigatiesoftware tijdens het rijden wordt bijgewerkt

• Indien tijdens het rijden het navigatiesysteem opnieuw wordt opgestart