Werking van Handmatige snelheidslimietregeling
Snelheidslimiet instellen
-
Druk tweemaal op de toets Driving Assist op het stuurwiel om de functie in te schakelen.
Het controlelampje snelheidslimiet gaat branden.
-
Beweeg de schakelaar omlaag (naar SET-).
-
Beweeg de schakelaar omhoog (naar RES+) of omlaag (naar SET-) en laat hem los bij de gewenste snelheid. Zet de schakelaar omhoog (naar RES+) of omlaag (naar SET-) en houd hem daar. De snelheid neemt met 5 km/u (3 mph) toe of af.
Naargelang de voertuigspecificaties is de ingestelde maximumsnelheid anders. U kunt de ingestelde snelheid niet verhogen boven de ingestelde maximumsnelheid.
De ingestelde snelheidslimiet wordt op het dashboard weergegeven.
Om harder dan de ingestelde snelheidslimiet te rijden, moet u het gaspedaal hard indrukken (meer dan ongeveer 80%) totdat de kickdown in werking treedt met een klikkend geluid. De ingestelde snelheidslimiet zal dan gaan knipperen en zoemer klinkt tot u de rijsnelheid verlaagt tot maximaal de snelheidslimiet.
Als u het gaspedaal minder dan ongeveer 50% intrapt, zal de ingestelde snelheidslimiet geactiveerd blijven en de auto niet versnellen.
U kunt de snelheidslimietregeling op een van de volgende manieren uitschakelen:
-
Druk nog een keer op de toets Driving Assist (bestuurdershulp).
-
Druk op de toets Driving Assist (wanneer u op deze toets drukt, wordt de cruise-functie ingeschakeld)
Als u de toets O één keer indrukt, annuleert u de ingestelde snelheidslimiet; het systeem blijft echter ingeschakeld. Als u de snelheidslimiet opnieuw wilt instellen, beweeg dan de schakelaar omhoog (naar RES+) of omlaag (naar SET-) tot de gewenste snelheid is bereikt.
Bij een probleem in de snelheidslimietregeling gaat het controlelampje ‘OFF’ (UIT) knipperen.
Laat de functie in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.