De voorstoel verstellen
Bediening
De voorstoel kan worden afgesteld met de bedieningshendels aan de buitenzijde van de zitting.

Stel de stoel af voordat u gaat rijden en controleer of de stoel goed vergrendeld is door te proberen deze zonder de hendel vooruit of achteruit te schuiven. Als de stoel beweegt, dan is hij niet goed vergrendeld.
Handmatig verstelbare stoel

-
Vooruit/achteruit
-
Rugleuningverstelling
-
Stoelhoogte
Automatisch verstelbare stoel (indien van toepassing)

-
Vooruit/achteruit
-
Rugleuningverstelling
-
Stoelhoogte
-
Zitting kantelen
Lendensteun (indien van toepassing)

-
Steun vergroten
-
Steun verminderen
Passagierslampje (indien van toepassing)

De passagier op de achterbank kan de schakelaars gebruiken om de voorpassagiersstoel te regelen.
Naar voren of naar achteren schuiven:
-
Om de voorpassagiersstoel naar voren te verstellen, drukt u op de schakelaar (1). Om de voorpassagiersstoel naar achteren te verstellen, drukt u op de schakelaar (2).
De hoek verstellen:
-
Om de rugleuning van de voorpassagiersstoel naar voren te verstellen, drukt u op de schakelaar (3). Om de rugleuning van de voorpassagiersstoel naar achteren te verstellen, drukt u op de schakelaar (4).