Automatisch ontwasemen voor automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem
(indien van toepassing)

Bediening
-
Het Automatische ontwasemingssysteem wordt als volgt ingeschakeld:
-
De aircotoets wordt ingeschakeld bij lage temperaturen.
-
De stand wordt gewijzigd in ONTWASEMEN om de luchtstroom naar de voorruit te leiden.
-
De aanjagersnelheid wordt verhoogd.
-
Werkingsvoorwaarde(n)
-
Als de verwarming of de airconditioning aanstaat.
-
Er wordt een hoog luchtvochtigheidsgehalte gedetecteerd in de auto.
Automatisch ontwasemen annuleren of resetten
Bediening
-
Druk (
) gedurende 3 seconden in.
-
Wanneer er wordt uitgeschakeld, knippert het controlelampje 3 keer.
-
Wanneer er wordt gereset, knippert het controlelampje 6 keer.
-

-
Wanneer de airconditioning is ingeschakeld door het automatische ontwasemingssysteem en u probeert de airconditioning uit te schakelen, dan wordt de airconditioning niet uitgeschakeld.
-
Om te zorgen dat het automatische ontwasemingssysteem effectief en efficiënt blijft werken, moet u de stand recirculatie niet selecteren terwijl het systeem actief is.
-
Wanneer het automatische ontwasemingssysteem actief is, zijn zowel de ventilatorsnelheidsknop, de temperatuurregelknop als de luchttoevoertoets uitgeschakeld.
-
Verwijder de sensorbehuizing bovenaan de voorruit aan bestuurderszijde niet.
Eventuele schade aan onderdelen die hierdoor kan ontstaan, valt niet onder de fabrieksgarantie.