Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem > Kenmerken van het verwarmings- en ventilatiesysteem

Kenmerken van het verwarmings- en ventilatiesysteem

Automatische ventilatie (indien van toepassing)

Bij het gebruiken van de verwarming en air conditioning om het voertuig te ventileren, wordt automatisch overgeschakeld naar de modus Fresh als u de recirculatiemodus langer dan 30 minuten of op de lage temperatuur blijft gebruiken, afhankelijk van de buitentemperatuur.

Procedure voor het regelen van de automatische luchtventilatie

Het automatische ontwasemingssysteem wordt ingeschakeld door het volgende te selecteren ‘Setup → Vehicle (voertuig) → Climate (verwarming- en ventilatie) → Automatic Ventilation (automatische ventilatie) → Auto Dehumidify (automatisch ontvochtigen)’ in het instellingenmenu van het systeemscherm van het infotainment.

OPMERKING
  • Raadpleeg de beknopte handleiding voor de navigatie voor meer informatie.

  • Het infotainmentsysteem kan veranderen na software-updates. Voor meer informatie raadpleeg de meegeleverde handleiding in het infotainmentsysteem en de snelle referentiegids.

Recirculatie schuif-/kanteldak (indien van toepassing)

De buitenluchtstand wordt automatisch gekozen wanneer het schuif-/kanteldak geopend wordt terwijl u de verwarming/airconditioning gebruikt.

Wanneer u de stand recirculatie kiest, blijft het systeem 3 minuten in deze stand en stapt het daarna automatisch over naar de buitenluchtstand.

Wanneer het schuif-/kanteldak gesloten wordt, keert de luchttoevoerstand terug naar de oorspronkelijk gekozen stand.

Activeren wanneer ruitensproeiervloeistof wordt gebruikt (indien van toepassing)

Om te voorkomen dat de geur in het interieur komt, schakelt het ventilatiesysteem tijdelijk over naar de modus Gerecirculeerde lucht wanneer er ruitensproeiervloeistof op de voorruit is gespoten.

Ga naar 'Instellingen → Klimaat → Lucht recirculeren → Activeer na Gebruik Sproeivloeistof in het infotainmentsysteem.

OPMERKING
  • Raadpleeg de beknopte handleiding voor de navigatie voor meer informatie.

  • Het infotainmentsysteem kan veranderen na software-updates. Voor meer informatie raadpleeg de meegeleverde handleiding in het infotainmentsysteem en de snelle referentiegids.

Smart Temperature Comfort Control (slimme temperatuurcomfortregeling) (voor bestuurdersstoel) (indien van toepassing)

De temperatuur van de verwarming van de bestuurdersstoel, de stoelventilatie en het verwarmde stuurwiel wordt automatisch gecontroleerd, afhankelijk van de binnen- en buitentemperatuur van de auto als deze aanstaat.

Het verwarmde stuurwiel en de stoelverwarming/ventilatie keren terug naar de OFF-stand wanneer de auto opnieuw wordt gestart. Maar als de Automatische bediening die het verwarmings- en ventilatiesysteem gebruikt op ON staat, zullen de stuurwielverwarming en de stoelverwarmer/ventilatie aan en uit gaan, afhankelijk van de binnen- en buitentemperatuur.

Bediening

  • Selecteer InstellingenVoertuigStoelVerwarming/ventilatieAuto. Regelingen die de instellingen voor klimaatregeling gebruikenStuurverwarming/Zetelverwarming/-ventilatie op het infotaintmentsysteem.

OPMERKING
  • Raadpleeg de beknopte handleiding voor de navigatie voor meer informatie.

  • Het infotainmentsysteem kan veranderen na software-updates. Voor meer informatie raadpleeg de meegeleverde handleiding in het infotainmentsysteem en de snelle referentiegids.