Instellingen Achteruitrijmonitor
Camera-instellingen

Met het voertuig ingeschakeld, selecteert u het instelpictogram (
) op het scherm of Instellingen → Voertuig → Bestuurdershulp → Parkeerveiligheid → Camera-instellingen op het scherm van het infotainmentsysteem om de instellingen van de acheruitrijcamera te wijzigen.
-
Beeldscherm inhoud: Om de instellingen van Achteruitrijmonitor uitgebreid en Achteraanzicht parkeerrichtlijnen te wijzigen.
-
Beeldscherm-instellingen: Om de helderheid en het contrast van het scherm te wijzigen. (indien van toepassing)

-
De horizontale richtlijnen tonen de afstand op 0,5 m (1,6 ft.), 1 m (3,3 ft.) en 2,3 m (7,6 ft.) van de auto.
-
De horizontale schaal van de parkeerhulpfunctie Bovenaanzicht achteraan toont de openingafstand van de achterklep, op 1,5 meter (4,9 ft.) van het voertuig.
Waarschuwingsmethoden

A: Bestuurdershulp
-
Waarschuwingsmethoden
Waarschuwingsmethoden kunnen worden ingesteld als het voertuig in de stand ON staat. SelecteerInstellingen → Voertuig → Bestuurdershulp → Waarschuwingsmethoden in het instellingenmenu van het infotainmentsysteem om het volgende te wijzigen:
-
Rijveiligheid prioriteit: Verlaagt alle andere audiovolumes wanneer de achteruitkijkmonitor actief is.

-
Als u de Waarschuwingsmethoden wijzigt, kan dit worden toegepast op elke functie van het bestuurdershulpsysteem. Controleer en wijzig dit in elke functie.
-
Wanneer de auto opnieuw wordt gestart, blijft de laatste instelling voor Waarschuwingsmethoden behouden.
-
Het instelmenu bestaat mogelijk niet op basis van de voertuigspecificatie.