Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Antidiefstalsysteem > Antidiefstalalarm uitgeschakeld

Antidiefstalalarm uitgeschakeld

Bediening

  1. De alarmknipperlichten knipperen twee keer nadat de portieren zijn ontgrendeld.

  2. Als na het indrukken van de portierontgrendelknop een portier (of de achterklep) niet binnen 30 seconden wordt geopend, wordt het systeem opnieuw ingeschakeld.

Werkingsvoorwaarde(n)

  • De ontgrendelingstoets wordt ingedrukt.

  • De motor wordt gestart.

  • Het voertuig staat langer dan 30 seconden stand ON. (Voor afstandsbediening)

  • De buitenportiergreep wordt ingedrukt. (Voor smart key)

LET OP
  • Probeer niet om dit systeem te wijzigen of er andere apparaten aan toe te voegen. Dit kan resulteren in elektrische problemen waardoor uw auto onbruikbaar wordt.

  • Breng geen wijzigingen aan in het antidiefstalsysteem, anders kan het systeem defect raken. Laat het systeem in dat geval onderhouden door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

  • Storingen veroorzaakt door onjuiste afstelling of eigenhandige aanpassingen van het antidiefstalsysteem vallen niet onder de fabrieksgarantie.

  • Probeer niet om dit systeem te wijzigen of er andere apparaten aan toe te voegen. Dit kan resulteren in elektrische problemen waardoor uw auto onbruikbaar wordt.

  • Activeer de ultrasone inbraakbeveiliging niet als de kans bestaat dat het voertuig schuin komt te staan door de invloeden van buitenaf (bijvoorbeeld bij het varen met een veerboot, bij het parkeren in een toren, enz.) Anders zou de claxon onbedoeld in werking kunnen treden.

  • Zorg dat alle ramen gesloten zijn wanneer het systeem in werking is. Anders detecteert de ultrasone inbraakbeveiliging mogelijk onbedoelde bewegingen in de auto (bijvoorbeeld wind of een vlinder die in het voertuig is geraakt), en treedt de claxon in werking.

  • Als er dozen in het voertuig zijn gestapeld kan de ultrasone inbraakbeveiliging eventuele bewegingen achter de dozen niet detecteren. Daarnaast kan de claxon in werking treden doordat de dozen bijvoorbeeld kantelen.

  • Als de ultrasone inbraakbeveiliging verontreinigd is door vreemde substanties zoals cosmetica, luchtverfrissende of ruitenreinigende sprays, dan werkt de sensor mogelijk niet naar behoren.

OPMERKING
  • Telkens wanneer het voertuig opnieuw wordt gestart, staat de ultrasone inbraakbeveiliging aan.

  • Probeer de motor niet te starten als het alarm is ingeschakeld. De startmotor wordt uitgeschakeld als het alarm is geactiveerd.

  • Als het systeem niet wordt uitgeschakeld door de transpondersleutel, steekt u de mechanische sleutel in het contactslot, zet u het contact in de ON-stand en wacht u 30 seconden. Daarna wordt het alarm uitgeschakeld.