Instrumentenpaneel
1. Snelheidsmeter
-
km/u, MPH
-
De snelheid van de auto, in kilometer per uur (km/u) of in mijlen per uur (mph).
2. Toerenteller
-
Geeft bij benadering het aantal omwentelingen per minuut (omw/min) weer.
3. Koelvloeistoftemperatuurmeter
-
Geeft de temperatuur aan van de koelvloeistof.
4. Brandstofmeter
-
Geeft bij benadering de hoeveelheid brandstof aan die nog in de tank aanwezig is.
5. Kilometerteller
-
Geeft de totaal gereden afstand.
6. Actieradius
-
Geeft de afstand aan die u met de resterende brandstof kunt afleggen.
7. Schakelindicator transmissie (indien van toepassing)
-
Geeft aan welke versnelling geselecteerd is.
Deze indicator geeft weer in welke versnellingsstand de automatische transmissie staat.
-
Parkeren: P
-
Achteruit: R
-
Neutraal: Stand N
-
Rijden: D
Handmatige schakelstand
-
Opschakelen: ▲2, ▲3, ▲4, ▲5, ▲6
-
Terugschakelen: ▼1, ▼2, ▼3, ▼4, ▼5
In de handmatige schakelstand geeft deze indicator aan in welke versnelling u het beste kunt rijden om brandstof te besparen.
-
Opschakelen: ▲2, ▲3, ▲4, ▲5, ▲6
-
Terugschakelen: ▼1, ▼2, ▼3, ▼4, ▼5
Bijvoorbeeld
-
▲3: Geeft aan dat u beter naar de 3e versnelling kunt opschakelen (de selectiehendel staat in de 2e of 1e versnelling).
-
▼3: Geeft aan dat u beter naar de 3e versnelling kunt terugschakelen (de selectiehendel staat in de 4e, 5e of 6e versnelling).
Wanneer het systeem niet correct werkt, wordt de indicator niet weergegeven.
Deze indicator geeft aan in welke versnelling u het beste kunt rijden om brandstof te besparen.
-
Opschakelen: ▲2, ▲3, ▲4, ▲5, ▲6
-
Terugschakelen: ▼1, ▼2, ▼3, ▼4,▼5
Bijvoorbeeld
-
▲3: Geeft aan dat u beter naar de 3e versnelling kunt opschakelen (de selectiehendel staat in de 2e of 1e versnelling).
-
▼3: Geeft aan dat u beter naar de 3e versnelling kunt terugschakelen (de selectiehendel staat in de 4e, 5e of 6e versnelling).
Wanneer het systeem niet correct werkt, wordt de indicator niet weergegeven.
Deze indicator geeft weer welke stand van de selectiehendel geselecteerd is.
-
Parkeren: P
-
Achteruit: R
-
Neutraal: Stand N
-
Rijden: Rijden: D1, D2, D3, D4, D5, D6, D7
-
Handmatige modus: S1, S2, S3, S4, S5, S6, S7
In de handmatige schakelstand geeft deze indicator aan in welke versnelling u het beste kunt rijden om brandstof te besparen.
-
Opschakelen: ▲2, ▲3, ▲4, ▲5, ▲6, ▲7
-
Terugschakelen: ▼1, ▼2, ▼3, ▼4, ▼5, ▼6
Bijvoorbeeld
-
▲3: Geeft aan dat u beter naar de 3e versnelling kunt opschakelen (de selectiehendel staat in de 2e of 1e versnelling).
-
▼3: Geeft aan dat u beter naar de 3e versnelling kunt terugschakelen (de selectiehendel staat in de 4e, 5e of 6e versnelling).
Wanneer het systeem niet correct werkt, wordt de indicator niet weergegeven.
8. Buitentemperatuurmeter
-
Geeft de huidige buitentemperatuur weer.
9. Waarschuwings- en controlelampjes
-
Zie Meer details.
-
Verwijder de dop van het motor- en inverterkoelvloeistofreservoir niet wanneer de motor heet is. De koelvloeistof staat onder druk en kan ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht totdat de motor is afgekoeld alvorens het reservoir bij te vullen met koelvloeistof.
-
Het is gevaarlijk als de auto zonder brandstof komt te staan. U moet zo snel mogelijk stoppen en extra brandstof tanken nadat het waarschuwingslampje brandstofniveau laag (
) gaat branden of wanneer de meterindicator dicht bij het 'E'- (0-) niveau komt.
-
Voor een volledig LCD-type dashboard (Type B) wordt de informatie weergegeven na het verkrijgen van informatie van een weersinformatieprovider via GPS. Afhankelijk van de status van GPS-ontvangst, kan de informatie verschillen van het huidige weer in uw regio. Als er geen informatie wordt ontvangen via GPS (bv. geen abonnement op de Kia Connect-service), worden het weer en de tijd weergegeven op het dashboard als 'zonnig' en 'nacht'.
-
Rijd voorzichtig omdat de beweeglijke animatie-effecten u kunnen afleiden waardoor u een ongeval kunt veroorzaken.
-
Laat de motor niet draaien binnen de rode zone van de toerenteller. Anders kan er ernstige motorschade ontstaan.
-
Als de naald van de meter buiten het normale bereik komt en in de richting van stand "H" ("130")" beweegt, duidt dit op oververhitting van de motor, waardoor schade aan de motor kan ontstaan. Blijf niet rijden met een oververhitte motor. Als uw voertuig oververhit raakt, zie Meer details.
-
De inhoud van de brandstoftank staat vermeld onder Meer details.
-
De brandstofmeter wordt aangevuld met een waarschuwingslampje laag brandstofniveau (
) dat gaat branden wanneer de brandstoftank bijna leeg is.
-
Op hellingen en in bochten kan de wijzer van de brandstofmeter schommelen of kan het waarschuwingslampje brandstofniveau laag eerder gaan branden dan gewoonlijk als gevolg van de beweging van brandstof in de tank.
-
Als de auto niet op een horizontaal vlak staat of als de accupolen losgenomen zijn, werkt de actieradiusfunctie mogelijk niet goed.
-
De actieradius kan afwijken van de daadwerkelijke rijafstand omdat het een schatting is van de afstand die met de auto kan worden gereden.
-
Als er minder dan 6 liter (1,6 gallon) brandstof wordt getankt, is het mogelijk dat dit niet door de boordcomputer wordt geregistreerd.
-
Het brandstofverbruik en de actieradius zijn sterk afhankelijk van de rijomstandigheden, de rijstijl van de bestuurder en de staat van de auto.
-
Veeg met een schone, zachte microvezeldoek eventuele vingerafdrukken van het scherm.