Zoek enkel op titel
Home > Met uw auto rijden > Idle Stop and Go (ISG)-systeem > Automatisch stoppen

Automatisch stoppen

Motor uitzetten in Idle Stop-modus (behalve: milde hybride elektrische auto)

Handgeschakelde transmissie

  • Verlaag de snelheid tot een snelheid die lager is dan ongeveer 5 km/u (3 mph).

  • Selectiehendel in stand N (neutraal).

  • Laat het koppelingspedaal los.

Automatische transmissie/Double Clutch-transmissie

  • Verlaag de snelheid tot 0 km/u (0 mph).

  • Trap het rempedaal in.

De motor wordt gestopt en het groene controlelampje AUTO STOP () op het instrumentenpaneel gaat branden.

OPMERKING
  • Een auto met een handgeschakelde transmissie moet een rijsnelheid van ten minste 8 km/u (5 mph) bereiken sinds de laatste Idle Stop.

    Een auto met een automatische transmissie of Double clutch-transmissie moet een rijsnelheid van ten minste 5 km/u (3 mph) bereiken sinds de laatste Idle Stop.

  • Wanneer u de veiligheidsgordel losmaakt of het bestuurdersportier opent (motorkap), wordt het ISG-systeem uitgeschakeld.

  • Het ISG-systeem wordt actief als het voertuig voorzien is van een Smart Cruise Control als voldaan wordt aan de voorwaarden voor gebruik.

De motor stoppen in de Idle Stop-modus (milde hybride elektrische auto)

Er zijn drie Idle Stop-versies voor milde hybride elektrische auto's.

Handgeschakelde transmissie

  • Conventionele Idle Stop

    • Verlaag de snelheid tot minder dan 7 km/u (4 mph).

    • Selectiehendel in stand N (neutraal).

    • Laat het koppelingspedaal los.

  • Verlengde Idle Stop

    • Verlaag de snelheid tot minder dan 25 km/u (15 mph).

    • Selectiehendel in stand N (neutraal).

    • Trap het koppelingspedaal en het rempedaal in.

  • Tijdens gebruik van de zeilfunctie

    • U kunt de motor uitgeschakeld laten wanneer de auto uitrolt door het koppelings- en rempedaal nagenoeg tegelijkertijd in te trappen.

OPMERKING
  • Als de laatst geselecteerde versnelling de 1e versnelling is, wordt Idle Stop niet geactiveerd.

  • Een auto met een handgeschakelde transmissie moet een rijsnelheid van ten minste 8 km/u (5 mph) bereiken sinds de laatste Idle Stop.

  • Tijdens een ISG STOP kunt u de stand N (neutraal) selecteren en het koppelingspedaal laten opkomen. De ISG STOP-status blijft dan STOP.

  • De verlengde Idle Stop werkt tot boven ongeveer 7 km/u (4 mph) als aan de snelheidseis voor elke versnelling wordt voldaan. (bijv. de verlengde Idle STOP werkt zelfs in de 3e versnelling, 30 km/u (20 mph).)

  • Wanneer u de veiligheidsgordel losmaakt of het bestuurdersportier opent (motorkap), wordt het ISG-systeem uitgeschakeld.

Automatische transmissie/Double Clutch-transmissie

  • Conventionele Idle Stop

    • Verlaag de snelheid tot 0 km/u (0 mph).

    • Trap het rempedaal in.

  • Verlengde Idle Stop

    • Verlaag de voertuigsnelheid tot die lager is dan ongeveer 25 km/u (15 mph).

    • Trap het rempedaal in.

  • Tijdens gebruik van de zeilfunctie

    • U kunt de motor uitgeschakeld laten wanneer de auto uitrolt door het rempedaal in te trappen bij snelheden lager dan 40 km/u (25 mph).

OPMERKING
  • Een auto met een automatische transmissie of een Double Clutch-transmissie moet een snelheid van tenminste 30 km/u (20 mph) bereiken voor een verlengde Idle STOP of 5 km/u (3 mph) voor een conventionele Idle STOP sinds de laatste Idle Stop.

  • Wanneer u de veiligheidsgordel losmaakt of het bestuurdersportier (motorkap) opent in de automatische stopmodus bij stilstand, wordt het ISG-systeem uitgeschakeld.

  • Het ISG-systeem wordt actief als het voertuig voorzien is van een Smart Cruise Control als voldaan wordt aan de voorwaarden voor gebruik.