Zoek enkel op titel
Home > Met uw auto rijden > AWD-systeem (All Wheel Drive, vierwielaandrijving) > Veilig rijden met 4WD

Veilig rijden met 4WD

  • Probeer niet om in diep stilstaand water of modder te rijden omdat onder dergelijke omstandigheden uw motor kan afslaan en uw uitlaatpijpen verstopt kunnen raken.

  • Rijd niet langs steile heuvels naar beneden omdat hiervoor buitengewone vaardigheid nodig is om het voertuig onder controle te houden.

  • Probeer een heuvel zo recht mogelijk op of af te rijden. Wees zeer voorzichtig bij het op- en afrijden van steile heuvels omdat uw voertuig kan kantelen, afhankelijk van de helling, het terrein en omstandigheden als water en modder.

  • Zorg ervoor dat u leert hoe u met een 4WD-voertuig een bocht moet nemen. Vertrouw niet op uw ervaring met conventionele FWD/RWD-voertuigen om bochten te nemen in de 4WD-modus. Om te beginnen, moet u in de 4WD-modus langzamer rijden.

  • Houd het stuurwiel altijd stevig vast wanneer u op onverharde wegen rijdt.

  • Zorg dat alle passagiers veiligheidsgordels dragen.

WAARSCHUWING
  • Als All Wheel Drive voor het rijden op de weg of terreinrijden noodzakelijk is, zijn de omstandigheden dusdanig dat alle functies van uw voertuig worden blootgesteld aan meer extreme stress dan onder normale rijomstandigheden. Ga langzamer rijden en bereid u voor op veranderingen in de samenstelling en grip van het oppervlak onder uw banden. Als u twijfelt over de veiligheid van de omstandigheden waarmee u te maken heeft, stop dan en denk na over wat u het beste kunt doen.

  • Rijden over de contouren van een steile heuvel kan zeer gevaarlijk zijn. Het gevaar kan worden veroorzaakt door kleine wijzigingen in de hoek van de wielen waardoor het voertuig instabiel wordt. Ook kan een voertuig dat stabiel is terwijl het rijdt, deze stabiliteit verliezen zodra de voorwaartse beweging is gestopt. Uw voertuig kan gaan rollen, zonder voorafgaande waarschuwing en zonder dat u tijd heeft om een fout te herstellen die kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

  • Verminder snelheid wanneer u een bocht neemt. Het zwaartepunt van AWD-voertuigen ligt hoger dan dat van conventionele FWD/RWD-voertuigen, waardoor ze makkelijker kunnen omrollen als bochten te snel worden genomen.

  • Grijp het stuurwiel niet vast bij de spaken wanneer u op onverharde wegen rijdt. U kunt uw arm bezeren bij een plotselinge stuurbeweging of door de terugslag van het stuurwiel als gevolg van schokken door voorwerpen op de grond. U kunt de controle over het stuurwiel verliezen.

  • Bij het rijden bij harde wind, maakt het hogere zwaartepunt van het voertuig het moeilijker om het stuurwiel te bedienen, waardoor u langzamer moet rijden.

  • Rijd langzaam. Als u te snel door water rijdt, kan er water in de motorruimte terechtkomen en het ontstekingssysteem kan nat worden, waardoor uw voertuig plotseling stil valt. Als dit gebeurt op een moment dat uw voertuig schuin staat, kan het voertuig omrollen.

  • Vermijd snelle bochten.

  • Maak geen plotselinge stuurbewegingen bij het wisselen van rijbaan of bij het nemen van snelle, scherpe bochten.

  • De kans dat de auto over de kop slaat wanneer u de macht over het stuur verliest, is veel groter bij hogere snelheden.

  • De kans dat een persoon die zijn of haar veiligheidsgordel niet draagt bij een aanrijding omkomt, is aanmerkelijk groter dan bij een persoon die zijn of haar veiligheidsgordel wel draagt.

  • Een bestuurder verliest vaak de macht over de auto wanneer twee of meer wielen van de weg raken en de bestuurder het stuur omgooit om de auto weer de weg op te sturen. Gooi het stuur niet om wanneer uw auto van de weg raakt. Minder in plaats daarvan snelheid voordat u de auto terug de weg op stuurt.

LET OP

Als een van de voor- of achterwielen doorslipt in de modder, sneeuw enz. kan de auto soms loskomen door het gaspedaal verder in te trappen. Voorkom echter dat de motor gedurende een langere periode met een hoog toerental draait, om schade aan het AWD-systeem te voorkomen.

OPMERKING
  • Rijd niet door water dat hoger staat dan de onderkant van het voertuig.

  • Controleer de werking van de remmen nadat u door modder of water bent gereden. Trap de rem tijdens het rijden licht in totdat u voelt dat de remmen weer normaal werken.

  • Verkort uw geplande onderhoudsinterval als u op onverhard terrein rijdt, bijvoorbeeld in zand, modder of water, zie Meer details. Was uw auto altijd grondig na het rijden op onverhard terrein, met name ook de onderkant van het voertuig.

  • De prestaties van een auto met vierwielaandrijving zijn in hoge mate afhankelijk van de toestand van de banden, aangezien het aandrijfkoppel altijd wordt overgebracht op de vier wielen. Zorg ervoor dat op de auto vier banden van hetzelfde type en afmeting zijn gemonteerd.

  • Een auto met permanente 4WD kan niet op een normale manier gesleept worden. Zorg ervoor dat het voertuig wordt verplaatst met een oprijwagen.

Rijden in zand of modder

  • Handhaaf een lage en constante snelheid. Bedien het gaspedaal langzaam om veilig te rijden (wielslip te voorkomen).

  • Bewaar een veilige afstand tussen uw auto en het voertuig voor u.

  • Rijd minder hard en controleer altijd de toestand van het wegdek.

  • Vermijd te snel rijden, snel optrekken, plotseling remmen en scherpe bochten om te voorkomen dat u vast komt te zetten.

  • Wanneer de auto vastzit in sneeuw, zand of modder zullen de wielen mogelijk niet werken. Dit is ter bescherming van de transmissie en duidt niet op een storing.