Zoek enkel op titel
Home > Inleiding > Inrijprocedure van de auto

Inrijprocedure van de auto

U kunt echter door het opvolgen van een paar eenvoudige aanwijzingen gedurende de eerste 1.000 km (600 mijl) de prestaties, het brandstofverbruik en de levensduur van uw auto verbeteren.

  • Rijd niet met een te hoog motortoerental.

  • Zorg ervoor dat het toerental van de motor (omw/min of omwentelingen per minuut) tijdens het rijden niet hoger wordt dan 3.000 omw/min.

  • Rijd niet gedurende langere tijd met een constante snelheid. Om de motor goed in te rijden, moet het motortoerental worden gevarieerd.

  • Vermijd plotseling afremmen, behalve in noodgevallen, om de onderdelen van het remsysteem de gelegenheid te geven op elkaar in te lopen.

  • Rijd gedurende de eerste 2000 km (1200 mijl) niet met aanhanger.

  • Brandstofverbruik en motorprestatie kunnen variëren afhankelijk van de inrijprocedure van de auto en zal stabiliseren na 6000 km. Nieuwe motoren kunnen meer olie verbruiken gedurende de inrijperiode van de auto.