Storingen en beperkingen van de Rijstrookassistentie
Storing Rijstrookassistentie

Als Rijstrookassistentie niet naar behoren werkt, verschijnt de waarschuwingsmelding Controleer systeem hulp bij rijbaan volgen
(LFA) en gaat het gele () controlelampje op het instrumentenpaneel branden. Laat het systeem in dat geval nakijken door een professionele werkplaats.
Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Neem bij het gebruik van het Rijstrookassistentie (LKA) systeem altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
-
De bestuurder is er verantwoordelijk voor veilig te rijden en de auto onder controle te houden. Vertrouw niet uitsluitend op de rijstrookassistentie en vermijd gevaarlijk rijden.
-
Afhankelijk van de wegomstandigheden en de omgeving wordt de werking van Rijstrookassistentie mogelijk geannuleerd of werkt het systeem mogelijk niet goed. Wees altijd voorzichtig als u rijdt.
-
Raadpleeg Meer details als de rijstrook niet goed wordt gedetecteerd.
-
Wanneer u een aanhanger of een ander voertuig sleept, raden we aan om Rijstrookassistentie om veiligheidsredenen uit te schakelen.
-
Bij hoge rijsnelheden wordt er niet bijgestuurd. De bestuurder moet zich altijd aan de geldende snelheidslimiet houden als hij de Rijstrookassistentie gebruikt.
-
Mogelijk verschijnt of klinkt de waarschuwingsmelding of het waarschuwingssignaal van Rijstrookassistentie niet als een waarschuwingsmelding of waarschuwingssignaal van een andere functie wordt weergegeven of klinkt.
-
Mogelijk hoort u het waarschuwingssignaal van de rijstrookassistentie niet als er veel lawaai in de omgeving is.
-
Als u voorwerpen aan het stuurwiel bevestigt, wordt er mogelijk niet correct bijgestuurd.
-
Mogelijk werkt Rijstrookassistentie niet gedurende 15 seconden na het starten van de auto of het inschakelen van de frontzichtcamera.
-
Rijstrookassistentie werkt niet wanneer:
-
De richtingaanwijzer of alarmknipperlichten ingeschakeld zijn
-
De auto niet in het midden van de rijstrook rijdt terwijl de Rijstrookassistentie wordt ingeschakeld of onmiddellijk na een rijstrookwissel
-
ESC (elektronische stabiliteitscontrole) of VSM (voertuigstabiliteitsregeling) geactiveerd is
-
De auto door een scherpe bocht gaat
-
De rijsnelheid lager dan 55 km/u (35 mph) of hoger dan 210 km/u (130 mph) is
-
De auto abrupt van rijstrook wisselt
-
De auto plotseling remt
-
Beperkingen van de Rijstrookassistentie
Het kan zijn dat Rijstrookassistentie onder de volgende omstandigheden niet naar behoren of op een onverwacht manier:
-
De rijstrook is vuil of moeilijk te onderscheiden doordat,
-
de rijstrookmarkeringen (of wegrand) bedekt is met regen, sneeuw, vuil, olie enz.
-
De kleur van de rijstrookmarkering (of de wegrand) kan niet worden onderscheiden van de rijbaan
-
Er op de rijbaan in de buurt van de rijstrookmarkeringen (of wegranden) zijn aangebracht of doordat de markeringen (of wegranden) op de rijbaan lijken op de rijstrookmarkeringen (of wegrand)
-
De rijstrookmarkering (of de wegrand) is onduidelijk of beschadigd
-
Er bevinden zich schaduwen op de wegmarkering (of wegrand), bv. van een middenberm, bomen, vangrail, geluidswal, enz.
-
-
De weg heeft meer dan twee rijstrookmarkeringen (of wegranden)
-
Het aantal rijstroken neemt toe of af, of de rijstrookmarkeringen (of wegranden) kruisen elkaar
-
De rijstrookmarkeringen (of wegranden) zijn ingewikkeld of een constructie doet dienst als rijstrookmarkering, bv. in het geval van wegwerkzaamheden
-
Er zijn wegmarkeringen zoals zigzaglijnen, oversteekplaats of verkeersborden
-
De rijstrookmarkering verdwijnt plotseling, bv. bij een kruispunt
-
De rijstrook (of de weg) is zeer breed of zeer smal
-
Er is een wegrand zonder rijstrook
-
De rijweg wordt begrensd door een structuur, zoals een tolpoort, stoep, stoeprand enz.
-
De afstand tot uw voorligger zeer klein is of uw voorligger op de wegmarkering (of de rand van de weg) staat

Zie Meer details voor meer informatie over de beperkingen van de frontzichtcamera.