Onder bepaalde omstandigheden kan de parkeerrem in geactiveerde toestand vastvriezen. De kans daarop is het grootst als er rond de achterremmen sprake is van een opeenhoping van sneeuw of ijs of als de remmen nat zijn. Schakel bij het parkeren tijdelijk stand P (parkeren) in (automatische transmissie) of N (automatische handgeschakelde transmissie) of in de eerste versnelling of achteruit (handgeschakelde transmissie/automatische handgeschakelde transmissie) als de kans aanwezig is dat de parkeerrem kan bevriezen. Blokkeer bovendien de achterwielen, zodat de auto niet kan wegrollen. Deactiveer vervolgens de handrem.