Terwijl het contactslot of de toets Engine Start/Stop (motor starten/stoppen) in stand ON staat, selecteert of deselecteert u 'Bestuurdershulp → Veiligheid blinde hoek' in het menu Gebruikersinstellingen om voor iedere functie in te stellen of ze al dan niet moet worden gebruikt.

Als Alleen waarschuwen wordt geselecteerd, waarschuwt de Blind-Spot Collision Warning de bestuurder met een waarschuwingsmelding en een waarschuwingssignaal, afhankelijk van het niveau van het botsingsrisico.

Als u voor Uit kiest, gaat de Blind-spot Collision Warning uit.

Wanneer de motor opnieuw wordt gestart terwijl de Botsingswaarschuwing blinde hoek uitgeschakeld is, verschijnt de melding Dodehoekveiligheidssysteem is uitgeschakeld op het instrumentenpaneel.

Als u de instelling wijzigt van 'Off' ('Uit') naar 'Warning Only’ ('Alleen waarschuwen’), knippert het waarschuwingslampje op de buitenspiegel gedurende drie seconden.

Ook als de motor wordt gestart terwijl de Blind-Spot Collision Warning is ingesteld op 'Warning Only' ('Alleen waarschuwen’), knippert het waarschuwingslampje op de buitenspiegel gedurende drie seconden.

Als het contact of de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) in stand ON staat, selecteert u 'Bestuurdershulp → Waarschuwingsmoment in het menu Instellingen om de initiële activeringstijd voor de waarschuwing van het Blind-Spot Safety-systeem te wijzigen.

Wanneer uw auto wordt afgeleverd, is het waarschuwingsmoment aanvankelijk ingesteld op ‘Normaal’. Als u het waarschuwingsmoment wijzigt, kan dat ook het waarschuwingsmoment voor andere bestuurdershulpsystemen wijzigen.

Terwijl het contactslot of de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) op AAN staat, selecteert u Bestuurdershulp → Waarschuwingsvolume in het menu Instellingen om het waarschuwingsvolume voor het Botsingswaarschuwing blinde hoek-systeem te wijzigen naar'Hoog', 'Gemiddeld' of 'Laag'.

Als u het waarschuwingsvolume wijzigt, kan dat ook het waarschuwingsvolume voor andere bestuurdershulpsystemen wijzigen.