Zoek enkel op titel
Home > Met uw auto rijden > ISG-systeem (Idle Stop & Go) > Voorwaarden voor de werking van het ISG-systeem

Voorwaarden voor de werking van het ISG-systeem

Het ISG-systeem werkt wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • De bestuurder heeft de veiligheidsgordel vastgemaakt

  • Het bestuurdersportier en de motorkap zijn gesloten.

  • Het vacuüm van de rembekrachtiger is in orde

  • De accusensor is ingeschakeld en de accu is voldoende opgeladen

  • De buitentemperatuur is niet te laag of te hoog

  • Het voertuig rijdt met een constante snelheid en komt tot stilstand

  • De klimaatregeling voldoet aan de verwachtingen

  • Het voertuig is voldoende opgewarmd

  • De helling verloopt geleidelijk

  • Het stuur wordt minder dan 180 graden gedraaid en dan komt het voertuig tot stilstand (alleen voor automatische handgeschakelde transmissie)

OPMERKING
  • Als het ISG-systeem niet aan de voorwaarden voor werking voldoet, wordt het ISG-systeem uitgeschakeld. Het lampje in de toets ISG OFF gaat branden.

  • Als het lampje blijft branden, controleer dan of aan de voorwaarden voor werking wordt voldaan.