Zoek enkel op titel
Home > Infotainmentsysteem > Audio (zonder touchscreen) > Systeemindeling – bedieningstoetsen stuurwiel

Systeemindeling – bedieningstoetsen stuurwiel

(met Bluetooth® uitgerust model)

* Hoe het systeem eruitziet en is ingedeeld kan in de werkelijkheid afwijken, afhankelijk van het modeltype en de specificaties van uw auto.

  1. MODE-toets

    • Druk op deze toets om te schakelen tussen de radiomodus en mediamodus.

    • Houd ingedrukt om het systeem aan/uit te zetten.

  2. Volumehendel

    • Duw deze hendel omhoog of omlaag om het volume aan te passen.

  3. Omhoog/Omlaag-hendel

    • Zender/muziekstuk/bestand wijzigen.

    • Tijdens het luisteren naar de radio drukt u op deze hendel om naar de vorige/volgende opgeslagen radiozender te luisteren.

    • Tijdens het luisteren naar de radio houdt u deze hendel ingedrukt om een zender te zoeken.

    • Tijdens het afspelen van media houdt u deze toets ingedrukt om terug te spoelen of vooruit te spoelen (behalve in de Bluetooth-audiomodus).

  4. MUTE-toets

    • Druk op deze toets om het systeemgeluid uit te zetten of weer aan te zetten.

    • Tijdens een telefoongesprek drukt u op deze toets om het microfoongeluid uit te zetten of weer aan te zetten.

    • Tijdens het afspelen van media drukt u op deze toets om het afspelen te pauzeren of te hervatten. (indien van toepassing)

  5. Toets Call/Answer (bellen/beantwoorden) (indien van toepassing)

    • Druk op deze toets om verbinding te maken met een mobiele telefoon via Bluetooth.

    • Nadat de Bluetooth-telefoonverbinding tot stand is gebracht, drukt u hierop om de oproepgeschiedenis te openen. Houd de toets ingedrukt om het meest recente telefoonnummer te bellen. Wanneer een oproep binnenkomt, drukt u op de toets om de oproep te beantwoorden.

    • Tijdens een telefoongesprek drukt u op de toets om te schakelen tussen het actieve gesprek en de oproep die in de wacht staat. Houd de toets ingedrukt om te wisselen tussen het systeem en de mobiele telefoon.

  6. Toets Call end (gesprek beëindigen) (indien van toepassing)

    • Wanneer een oproep binnenkomt, drukt u op de toets om de oproep te weigeren.

    • Tijdens een oproep, beëindigt u hiermee de oproep.

WAARSCHUWING

Over het rijden

  • Bedien het systeem niet tijdens het rijden. Als u tijdens het rijden wordt afgeleid, kunt u de controle over de auto verliezen, met mogelijk een aanrijding en ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. De eerste verantwoordelijkheid van de bestuurder is het veilig besturen van de auto volgens de wettelijke regels. Handheld-apparaten en andere apparatuur of systemen in de auto die de aandacht van de bestuurder afleiden van deze taak mogen nooit worden gebruikt tijdens het bedienen van het voertuig.

  • Kijk tijdens het rijden niet naar het scherm. Als u tijdens het rijden wordt afgeleid, kan dit resulteren in een verkeersongeval. Stop op een veilige plaats voordat u functies gebruikt die meerdere bedieningshandelingen vereisen.

  • Stop uw voertuig voordat u uw mobiele telefoon gebruikt. Het gebruik van een mobiele telefoon tijdens het rijden kan resulteren in een verkeersongeval. Gebruik indien nodig de Bluetooth Handsfree-functie om te bellen en houdt het gesprek zo kort mogelijk.

  • Houd het geluid zacht genoeg om geluiden buiten het voertuig te kunnen horen. Rijden zonder dat u externe geluiden kunt horen, kan leiden tot een verkeersongeval. Een langdurig te hoog volumeniveau kan gehoorschade veroorzaken.

WAARSCHUWING

Over de hantering van het systeem

  • Demonteer of wijzig het systeem niet. Als u dit wel doet, kan dit leiden tot een ongeluk, brand of een elektrische schok.

  • Voorkom het binnendringen van vloeistoffen of vreemde stoffen in het systeem. Vloeistoffen of vreemde substanties kunnen schadelijke dampen, brand of een systeemstoring veroorzaken

  • Stop met het gebruik van het systeem als het niet goed functioneert, b.v. geen audio-uitvoer of weergave. Als u het systeem blijft gebruiken terwijl het niet goed functioneert, kan dit leiden tot brand, een elektrische schok of uitval van het systeem.

  • Raak tijdens onweer de antenne niet aan, omdat een dergelijke handeling kan resulteren in een elektrische schok.

LET OP

Over de bediening van het systeem

  • Gebruik het systeem terwijl de motor draait Als u het systeem lange tijd gebruikt terwijl de motor is gestopt, kan de accu leeg raken.

  • Installeer geen niet-goedgekeurde producten. Het gebruik van niet-goedgekeurde producten kan een fout veroorzaken tijdens het gebruik van het systeem. Systeemfouten die worden veroorzaakt door het installeren van niet-goedgekeurde producten vallen niet onder de garantie.

LET OP

Over de hantering van het systeem

  • Oefen geen overmatige kracht op het systeem uit. Het uitoefenen van overmatige kracht op het scherm kan het lcd-scherm of het aanraakpaneel beschadigen.

  • Zorg ervoor dat u bij het reinigen van het scherm of het toetsenpaneel de motor uitschakelt en een zachte, droge doek gebruikt. Als u over het scherm of de knoppen veegt met een ruwe doek of oplosmiddelen (alcohol, benzeen, verfverdunner enz.) gebruikt, kan het oppervlak krassen of chemisch worden beschadigd.

  • Als u een luchtverfrisser die vloeistof gebruikt op het ventilatierooster bevestigt, kan het oppervlak van het rooster vervormd raken door de stromende lucht.

  • Als u het apparaat op een andere positie wilt installeren, informeer dan bij uw leverancier of servicecentrum. Voor het installeren of demonteren van het apparaat is technische expertise vereist.

OPMERKING
  • Als u problemen ondervindt met het systeem, neem dan contact op met uw leverancier of dealer.

  • Wanneer het infotainmentsysteem in een elektromagnetische omgeving wordt geplaatst, ontstaat mogelijk ruis.