Werking Smart Key

Vergrendelen (1)
Druk op deze toets om alle portieren (en de achterklep) te vergrendelen.
Als alle portieren (en de achterklep) gesloten zijn, knipperen de alarmknipperlichten eenmaal om aan te geven dat de portieren (en de achterklep) vergrendeld zijn.
Ontgrendelen (2)
Druk op deze toets om alle portieren (en de achterklep) te ontgrendelen.
De alarmknipperlichten knipperen tweemaal om aan te geven dat alle portieren (en de achterklep) ontgrendeld zijn.
Na het indrukken van deze toets zullen de portieren (en de achterklep) echter automatisch worden vergrendeld, tenzij u binnen 30 seconden een van de portieren opent.
Achterklep ontgrendelen (3)
Als deze toets langer dan 1 seconde wordt ingedrukt, wordt de achterklep ontgrendeld.
De alarmknipperlichten knipperen tweemaal om aan te geven dat de achterklep ontgrendeld is.
Na het indrukken van deze toets zal de achterklep echter automatisch worden vergrendeld, tenzij u binnen 30 seconden de achterklep opent.
Ook zal de achterklep automatisch vergrendelen als deze wordt geopend en vervolgens gesloten.