Bandenspanning controleren
-
Stop na ongeveer 7 - 10 km (4 - 6 mijl of ongeveer 10 minuten) gereden te hebben op een geschikte plaats.
-
Sluit de vulslang (3) van de compressor rechtstreeks aan (aan de zijde van de bevestigingsklem) en sluit de vulslang (3) (overliggende zijde) daarna aan op het ventiel van de band.
-
Sluit de compressor met behulp van de kabel en stekkers aan op de 12V-accessoireaansluiting van de auto.
-
Breng de banden op de aanbevolen spanning als ze koud zijn, zoals aangegeven op het voertuigplaatje of het bandenspanningslabel op de middenstijl aan bestuurderszijde. (Kijk in dit instructieboekje onder Meer details)
-
De bandenspanning verhogen: Schakel de compressor aan (stand "I"). Schakel de compressor even uit om de huidige bandenspanningsinstelling te controleren.
WAARSCHUWINGLaat de compressor niet langer dan 10 minuten achter elkaar draaien, omdat deze anders oververhit en zo beschadigd kan raken.
-
Om de bandenspanning te verlagen: druk op toets (9) op de compressor.
LET OPAls er banden niet op spanning blijven, rijd dan opnieuw een korte afstand en raadpleeg Meer details.
De TMK kan mogelijk niet gebruikt worden bij beschadigingen groter dan ongeveer 4 mm (0,16 inch).
Neem contact op met een professionele werkplaats als het lek niet gedicht kan worden met de bandenreparatieset. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
WAARSCHUWINGDe bandenspanning moet ten minste 250 kPa (36 psi/2,5 bar) bedragen. Rijd niet verder als dat niet het geval is. Schakel in dat geval een hulpdienst in.
-