Zoek enkel op titel
Home > Met uw auto rijden > Slimme snelheidslimietwaarschuwing (ISLW) > Weergave

Weergave

  • Als het systeem geen betrouwbare snelheidslimiet heeft, wordt het volgende symbool zowel op het instrumentenpaneel als op het navigatiescherm weergegeven.

    Geen betrouwbare informatie over snelheidslimieten
  • Als de functie een inhaalverbodsbord signaleert, wordt een inhaalverbod weergegeven op zowel het instrumentenpaneel als het navigatiescherm.

    Inhaalverbod Slim
  • Nadat een bord "einde snelheidslimiet" is gepasseerd, gebruikt de ISLW informatie van het navigatiesysteem om de bestuurder te informeren over eventueel daarna geldende snelheidslimieten.

    Einde van een snelheidslimiet
  • Voor sommige delen van snelwegen in Duitsland gelden geen snelheidslimieten. In dat geval toont de ISLW een verkeersbord "einde snelheidslimiet" zolang geen ander snelheidslimietbord wordt gepasseerd.

    Geen snelheidslimiet (alleen in Duitsland)

Waarschuwingsmelding

De melding wordt weergegeven als het gezichtsveld van de camera door voorwerpen bedekt is. Het systeem stopt tot het gezichtsveld normaal is.

Controleer de voorruit rond het gezichtsveld van de camera.

Als het systeem niet naar behoren werkt nadat het gezichtsveld van de camera vrij is gemaakt, moet u het systeem laten nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Wanneer ISLW niet goed werkt, wordt de waarschuwingsmelding gedurende enkele seconden weergegeven. Nadat de melding is verdwenen, gaat het hoofdwaarschuwingslampje branden.

Laat de functie in dat geval nakijken door een professionele werkplaats.

Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

In de volgende situaties werkt de functie mogelijk niet volledig en geeft het mogelijk niet de juiste informatie weer.

  • Verkeersborden staan in een scherpe bocht.

  • Verkeersborden op een onlogische plaats. (bijv. gedraaid, achter een voorwerp, beschadigd, ...)

  • Verkeersborden die door een andere auto worden afgedekt.

  • Kapotte LED-verkeersborden.

  • Slecht weer, zoals sneeuw, regen, mist.

  • Lichtweerkaatsing rond en/of op een verkeersbord.

  • Onvoldoende verlichting van de verkeersborden 's nachts.

  • Helder licht rond verkeersborden.

  • Vuil, ijs of rijp op de voorruit in het gebied van de camera.

  • Het gezichtsveld van de camera is bedekt door objecten, zoals een sticker, papier of bladeren.

  • Als u zeer dicht achter uw voorganger rijdt.

  • Als er een storing in het navigatiesysteem is.

  • Als u een bus of vrachtwagen met een snelheidssticker passeert.

  • Als u zich op een plaats bevindt waar het navigatiesysteem geen dekking biedt.

  • Als het navigatiesysteem niet met de laatste kaartversie is bijgewerkt.