Binnenspiegel
Stel de binnenspiegel zo af dat u door het midden van de achterruit kijkt. Stel de spiegel af voordat u gaat rijden.

Zicht naar achteren
Plaats geen voorwerpen op de achterbank of in de bagageruimte die het zicht door de achterruit kunnen belemmeren.

Verstel de binnenspiegel niet tijdens het rijden. Hierdoor kunt u de controle over de auto verliezen, waardoor een ongeluk met ernstig of dodelijk letsel of schade het gevolg kan zijn.

Breng geen wijzigingen aan de binnenspiegel aan en monteer geen grotere spiegel. Anders kan tijdens een ongeval of bij het activeren van de airbag letsel ontstaan.
Binnenspiegel met dag-/nachtstand (indien van toepassing)

Stel de spiegel (1) af voordat u wegrijdt en als deze in de dagstand staat.
Trek de hendel (2) onder aan de spiegel naar u toe om de spiegel in de nachtstand te zetten om verblinding door de koplampen van achteropkomend verkeer te voorkomen.
Houd er rekening mee dat het beeld in de spiegel in de nachtstand minder duidelijk is dan in de dagstand.
* (1): dag, (2): nacht
Elektrochromatische binnenspiegel (ECM) (indien van toepassing)

De elektrochromatische binnenspiegel voorkomt automatisch verblinding door achteropkomend verkeer bij nacht of weinig licht. De sensor (3) in de spiegel registreert de lichtinval en absorbeert de weerspiegelingen van de koplampen van achteropkomende auto's.
Als de auto is ingeschakeld, worden de lichtreflecties automatisch gedimd.
Als de selectieknop in de achteruitversnelling (R) wordt gezet, wordt de binnenspiegel in de helderste stand gezet om het uitzicht naar achteren zo duidelijk mogelijk te maken.

Gebruik voor het reinigen van de spiegel een papieren doekje of vergelijkbaar materiaal dat vochtig is gemaakt met glasreiniger. Sproei de glasreiniger niet direct op de spiegel. De glasreiniger zou dan het spiegelhuis binnen kunnen dringen.
De elektrochromatische binnenspiegel bedienen:
-
De spiegel is standaard AAN als de startknop in stand ON staat.
-
Druk op de AAN/UIT-knop (1) om de automatische dimfunctie uit te schakelen. Het controlelampje in de spiegel (2) gaat uit.
Druk op de AAN-/UIT-knop (1) om de automatische dimfunctie in te schakelen. Het controlelampje in de spiegel (2) gaat branden.