Zoek enkel op titel
Home > Met uw auto rijden > Waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder (DAW) > Instelling en werking van Driver Attention Warning (Waarschuwing oplettendheid bestuurder)

Instelling en werking van Driver Attention Warning (Waarschuwing oplettendheid bestuurder)

Instellingen Driver Attention Warning (Waarschuwing oplettendheid bestuurder)

  • Het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder staat uit wanneer uw voertuig af fabriek wordt geleverd.

  • Om het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder aan te zetten, schakelt u het voertuig in en selecteert u 'User Settings (gebruikersinstellingen) → Driver Assistance (bestuurdershulp) → DAW (Driver Attention Warning) (waarschuwing voor de aandacht van de bestuurder) → High sensitivity/Normal sensitivity/Off (hoge gevoeligheid/normale gevoeligheid/uit)' op het lcd-scherm.

  • De bestuurder kan de modus van het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder kiezen.

    • Off (uit): Uit: het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder is uitgeschakeld.

    • Normale gevoeligheid: Het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder waarschuwt de bestuurder voor zijn vermoeidheidsniveau of onoplettend rijgedrag.

    • Hoge gevoeligheid: Het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder waarschuwt de bestuurder sneller dan in de Normale modus voor zijn vermoeidheidsniveau of onoplettend rijgedrag.

  • De instelling van het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder blijft hetzelfde als u de auto opnieuw start.

Weergave van het aandachtsniveau van de bestuurder

  • De bestuurder kan via het LCD-scherm zijn rijomstandigheden in de gaten houden.

    • Selecteer op het LCD-scherm 'Gebruikersinstellingenmodus en dan Rijondersteuning. (Voor meer informatie, zie Meer details.)

  • Het aandachtsniveau van de bestuurder wordt weergegeven op een schaal van 1 tot 5. Hoe lager het niveau, des te aandachtiger is de bestuurder.

  • Het niveau daalt wanneer de bestuurder gedurende een bepaalde tijd geen pauze inlast.

  • Wanneer de bestuurder de functie aanzet tijdens het rijden, verschijnt er ‘Last Break time’ (‘Laatste pauze’) en het bijpassende aandachtsniveau.

Neem even pauze

  • Het bericht "Consider taking a break" (Overweeg een pauze) verschijnt op het LCD-scherm en er klinken waarschuwingssignalen om de bestuurder aan te raden pauze te nemen, wanneer het aandachtsniveau van de bestuurder onder 1 komt.

  • Het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder raadt de bestuurder geen pauze aan als de totale rijtijd korter is dan 10 minuten.

Driver Attention Warning (waarschuwing voor de aandacht van de bestuurder) resetten

  • De laatste pauze is ingesteld op 00:00 en het aandachtsniveau van de bestuurder op 5 (zeer aandachtig) wanneer de bestuurder het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder reset.

  • Driver Attention Warning (waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder) wordt in de volgende situaties gereset.

    • De auto is uitgeschakeld.

    • De bestuurder maakt de veiligheidsgordel los en opent het bestuurdersportier.

    • De auto staat langer dan 10 minuten stil.

  • Het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder wordt weer actief zodra de bestuurder het rijden hervat.

Driver Attention Warning (Waarschuwing oplettendheid bestuurder) op stand-by

Het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder is klaar voor gebruik en toont in de volgende situaties het scherm 'Standby'.

  • De camerasensor signaleert de rijstroken niet goed.

  • De rijsnelheid blijft 0 km/u ~ 180 km/u

Storingen Driver Attention Warning (Waarschuwing oplettendheid bestuurder)

Wanneer de waarschuwingsmelding "Check Driver Attention Warning (DAW) system" (Waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder (DAW) controleren) verschijnt, werkt de functie niet goed. Laat de functie in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

WAARSCHUWING
  • Het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder is geen vervanging voor veilig rijgedrag, maar dient slechts als hulpmiddel. De bestuurder is verantwoordelijk om altijd voorzichtig te rijden om beter voorbereid te zijn op onverwachte en plotselinge situaties. Blijf te allen tijde letten op de toestand van de weg.

  • Mogelijk wordt er op grond van het rijgedrag van de bestuurder zelfs een pauze aangeraden als de bestuurder helemaal niet vermoeid is.

  • Een bestuurder die moe is, moet een pauze nemen, ook als het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder geen pauze adviseert.

OPMERKING

Het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder maakt gebruik van de frontzichtcamera op de voorruit. Houd volgende zaken in de gaten om de frontzichtcamera in goede staat te houden:

  • Haal de frontzichtcamera niet uit elkaar voor montage op getinte ruiten of om coatings en accessoires te bevestigen. Als u de camera uit elkaar haalt en weer in elkaar zet, moet u de functie laten nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt u aan om naar een officiële Kia-dealer/servicepartner te gaan en te laten controleren of de functie moet worden gekalibreerd.

  • Plaats geen reflecterende voorwerpen (bijv. wit papier, spiegels) op het dashboard. Reflecterend licht kan een storing in het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder veroorzaken.

  • Let er heel goed op dat de frontzichtcamera niet in water terechtkomt.

  • Haal de frontzichtcamera niet zomaar uit elkaar en geef er geen klap op.

  • Als u in de auto luid muziek afspeelt, kan het geluidssignaal van het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder afgaan.

LET OP

Mogelijk werkt het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder in de volgende situaties niet goed:

  • De rijstrooksignalering werkt minder goed. (Voor meer informatie, zie Meer details.)

  • U rijdt wild of trekt plotseling aan het stuur om een obstakel te ontwijken (bijv. wegwerkzaamheden, andere voertuigen, gevallen voorwerpen, hobbelige weg).

  • Het voertuig rijdt niet goed meer vooruit (mogelijk vanwege grote verschillen in de bandenspanning, ongelijk versleten banden, toespoor-/uitspooruitlijning).

  • Het systeem zal ongeveer 15 seconden niet werken wanneer het voertuig opnieuw wordt gestart of bij het initialiseren van de voorcamera door rebooten, enz.

  • Opzettelijk regelmatig plotseling van rijbaan wisselen.

  • Het voertuig rijdt over een bochtige weg.

  • Het voertuig rijdt over een hobbelige weg.

  • Het voertuig rijdt door een gebied met veel wind.

  • Het voertuig wordt bestuurd door de volgende rijassistentiefuncties:

    • Lane Keeping Assist (rijvakassistentie)

    • Forward Collision-Avoidance Assist (ondersteuning botsingsvermijding voorzijde)

    • Smart Cruise Control