Aandacht van de bestuurder
In onderstaande gevallen dient de bestuurder voorzichtigheid te betrachten, omdat de functie mogelijk geen ondersteuning biedt en niet goed werkt.
-
Plak of bevestig niets op de voorruit vóór de camera, omdat dit de effectiviteit kan beïnvloeden of ervoor kan zorgen dat een functie die afhankelijk is van de camera niet meer werkt.
-
Zorg ervoor dat het gedeelte van de voorruit achter de binnenspiegel schoon blijft.
-
Plaats geen reflecterende materialen, zoals wit papier of een spiegel, op het dashboard.
-
Stel de gebieden rond de camera-unit niet bloot aan schokken en beschadig ze niet.
-
Raak de cameralens niet aan en verwijder de schroef op de camera-unit niet.
-
De functie werkt niet in alle situaties maar is voornamelijk ontworpen als extra hulpmiddel.
-
De functie helpt de bestuurder, maar vervangt het menselijk oog niet.
-
De bestuurder is altijd eindverantwoordelijk voor veilig rijden en het volgen van de verkeersregels en -wetten.