Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Ruitenwissers en ruitensproeiers > Ruitensproeiers

Ruitensproeiers

Ruitensproeiers bedienen

Type A
Type B
Type C

Bediening

  1. Zet de schakelaar voor de wissersnelheid in de/stand.

  2. Trek/duw de hendel om sproeiervloeistof op de voorruit te spuiten.

  3. Laat de ruitenwissers meerdere keren bewegen.

WAARSCHUWING

Gebruik de ruitensproeiers niet bij temperaturen onder het vriespunt zonder eerst de voorruit met behulp van de voorruitontwaseming te hebben verwarmd; de vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en uw uitzicht belemmeren.

LET OP
  • Gebruik de ruitensproeiers niet wanneer het reservoir leeg is, om beschadiging van de ruitensproeierpomp te voorkomen.

  • Schakel de ruitenwissers niet in als de voorruit droog is, om beschadiging van de wissers en de voorruit te voorkomen.

  • Gebruik geen benzine, petroleum, thinner of andere oplosmiddelen in de buurt van de ruitenwisserbladen om beschadiging te voorkomen.

  • Probeer de ruitenwissers nooit met de hand te bewegen, om beschadiging van de ruitenwisserarmen en van andere onderdelen te voorkomen.

  • Gebruik om mogelijke schade aan het ruitenwisser- en ruitensproeiersysteem te voorkomen in de winter of bij lage buitentemperaturen speciale ruitensproeiervloeistof.