Zoek enkel op titel
Home > Bestuurdershulpsysteem > Hulp bij veilig uitstappen (SEA) > Werking Hulp bij veilig uitstappen

Werking Hulp bij veilig uitstappen

Waarschuwing en bediening

Hulp bij veilig uitstappen waarschuwt met de volgende acties.

  • Aanrijdingswaarschuwing bij het verlaten van de auto

  • Hulp bij veilig uitstappen, gekoppeld met elektronisch kinderslot

Aanrijdingswaarschuwing bij het verlaten van de auto

A: Kijk uit voor verkeer

Het waarschuwingslampje op de buitenspiegel knippert; ook verschijnt er een waarschuwingsmelding op het dashboard en klinkt er een hoorbare waarschuwing.

  • Aanrijdingswaarschuwing bij het verlaten van de auto waarschuwt onder de volgende omstandigheden:

    • Uw rijsnelheid is lager dan 3 km/u (2 mph)

    • Het achteropkomende voertuig rijdt met een snelheid hoger dan 6 km/u (4 mph)

Hulp bij veilig uitstappen, gekoppeld met elektronisch kinderslot

A: Controleer het verkeer in de dode hoek en probeer het opnieuw

Het waarschuwingslampje op de buitenspiegel knippert en een waarschuwingsmelding verschijnt op het dashboard.

  • Hulp bij veilig uitstappen, gekoppeld met het elektronisch kinderslot werkt in de volgende omstandigheden:

    • Uw rijsnelheid is lager dan 3 km/u (2 mph)

    • Het achteropkomende voertuig rijdt met een snelheid hoger dan 6 km/u (4 mph)

WAARSCHUWING

Als de bestuurder binnen 10 seconden nadat de waarschuwingsmelding is verschenen opnieuw op de toets van het elektronische kinderslot drukt (), oordeelt de Waarschuwing veilig uitstappen dat de bestuurder het portier ontgrendeld heeft en weet wat er achter gebeurt. Het elektronische kinderslot schakelt uit (controlelampje in de toets OFF) en de achterportieren worden ontgrendeld. Controleer altijd de omgeving voordat u het elektronische kinderslot met de toets uitschakelt.

OPMERKING

Als een achterportier van buiten wordt geopend, gaat deze open, ongeacht of de Safe Exit Assist (hulp bij veilig uitstappen) actief is of niet.

WAARSCHUWING
  • Wijzig voor uw veiligheid de instellingen pas nadat u de auto op een veilige plaats heeft geparkeerd.

  • Mogelijk verschijnt of klinkt de waarschuwingsmelding of het waarschuwingssignaal van Safe Exit Assist niet als een waarschuwingsmelding of waarschuwingssignaal van een andere functie wordt weergegeven of klinkt.

  • Mogelijk hoort u het waarschuwingssignaal van het systeem Hulp bij veilig uitstappen niet als er veel lawaai in de omgeving is. Stel het volume in de auto op de juiste manier in en let altijd goed op.

  • Het systeem Hulp bij veilig uitstappen werkt niet in alle situaties en kan niet alle aanrijdingen voorkomen.

  • Mogelijk waarschuwt het systeem Hulp bij veilig uitstappen de bestuurder te laat of helemaal niet, afhankelijk van de weg- en rijomstandigheden. Controleer altijd de omgeving van de auto.

  • De bestuurder en passagiers zijn verantwoordelijk voor ongevallen bij het verlaten van het voertuig. Controleer altijd de omgeving voordat u uit de auto stapt.

  • Laat Hulp bij veilig uitstappen nooit opzettelijk activeren. Dit kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.

OPMERKING
  • Nadat de auto is uitgeschakeld, blijft de functie Hulp bij veilig uitstappen nog ongeveer 3 minuten werken, maar als de portieren worden vergrendeld, wordt ze onmiddellijk uitgeschakeld.

  • De afbeeldingen en kleuren op het instrumentenpaneel kunnen afwijken per type instrumentenpaneel of gekozen thema in het instellingenmenu.