Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Ruiten > Op afstand ruiten sluiten/openen (voor voorstoelen)

Op afstand ruiten sluiten/openen (voor voorstoelen) (indien van toepassing)

  1. Vergrendelknop

  2. Ontgrendelknop

Als de functie Ruit automatisch omhoog/omlaag (Ruit met klembeveiliging) aanwezig is, kunt u de ruiten ook bedienen als de motor uitstaat.

Bediening

  1. Houd de knop (1) op de Smart Key om de deuren te sluiten ingedrukt om de ramen te sluiten. Zolang u de knop ingedrukt houdt, gaan de ruiten omhoog.

  2. Houd de knop (2) op de smartkey om de deuren te openen ingedrukt om de ramen te openen. Zolang u de knop ingedrukt houdt, gaan de ruiten omlaag.

  3. De mogelijkheid om de ramen te bedienen met de smartkey kan aan en uit worden gezet in het instellingenmenu.

WAARSCHUWING
  • Breng geen accessoires aan in de buurt van de ramen. Deze kunnen de klembeveiliging verstoren.

  • Controleer altijd of er niets tussen de ruit en het portier aanwezig is alvorens een ruit te sluiten om letsel en schade aan de auto te voorkomen. Als een voorwerp met een diameter kleiner dan 4 mm (0,16 inches) tussen de ruit en de sponning terechtkomt, wordt de weerstand mogelijk niet opgemerkt, waardoor de automatische omkeerfunctie niet werkt en de beweegrichting niet omkeert.

  • De klembeveiliging wordt niet geactiveerd wanneer de elektrische ruitbediening wordt gereset. Zorg ervoor dat lichaamsdelen en voorwerpen zich op een veilige afstand bevinden voordat u de ruiten te sluiten. Zo voorkomt u letsel of schade aan de auto.

  • Laat kinderen NOOIT zonder toezicht achter met de contactsleutel in de auto als de auto is ingeschakeld.

  • Laat een kind NOOIT zonder toezicht achter in de auto. Ook zeer jonge kinderen kunnen per ongeluk de auto in beweging zetten, bekneld raken tussen de portierruiten of zichzelf of anderen letsel toebrengen.

  • Controleer altijd zorgvuldig of er zich geen armen, handen of andere obstakels in de buurt bevinden voordat een ruit wordt gesloten.

  • Laat kinderen niet met de ruitbediening spelen. Laat de blokkeerschakelaar voor de ruitbediening in de stand LOCK (vergrendeld) (ingedrukt) staan. Het onbedoeld bedienen van een ruit kan vooral bij kinderen tot ERNSTIG LETSEL leiden.

  • Steek geen hoofden of andere lichaamsdelen uit het raam als de auto in beweging is.

  • Zorg ervoor dat lichaamsdelen en voorwerpen zich op een veilige afstand bevinden voordat u de ruiten op afstand sluit. Zo voorkomt u letsel of schade aan de auto.

LET OP
  • Open of sluit telkens maar één ruit tegelijk. Anders kan de elektrische ruitbediening beschadigd raken. Hierdoor zal bovendien de zekering langer meegaan.

  • Probeer nooit tegelijkertijd de hoofdschakelaar voor de ruitbediening in het bestuurdersportier en de afzonderlijke schakelaars voor de ruitbediening van de andere portieren in tegengestelde richtingen in te drukken. In dat geval stopt de ruit en kan deze niet meer worden geopend of gesloten.

OPMERKING
  • Tijdens rijden met de zijruiten achter omlaag of met het zonnedak (indien van toepassing) geheel of gedeeltelijk geopend, kan een dreunend geluid hoorbaar zijn. Dit is normaal en kan als volgt worden verminderd of verdwijnen. Als het geluid hoorbaar is terwijl een of beide zijruiten achteraan omlaag zijn, laat dan beide zijruiten aan de voorzijde ongeveer 2,5 cm (1 inch) zakken. Als het geluid hoorbaar is terwijl het schuif-/kanteldak is geopend, schuif het schuif-/kanteldak dan iets verder dicht.

  • In een koud en nat klimaat werken de elektrisch bedienbare ruiten mogelijk niet door bevriezingsverschijnselen.

  • De automatische omkeerfunctie voor de portierruit werkt alleen als de automatische sluitfunctie wordt geactiveerd door de schakelaar geheel omhoog te trekken. De automatische omkeerfunctie werkt niet als de ruit handmatig, met de schakelaar ruitbediening in de middelste stand, wordt bediend.